dinsdag 29 november 2016

Misgunst in Saramacca

Hoe zal het geweest zijn in 1811 voor de tot slaaf gemaakten, en hun   slavenhouders om te wonen op de Plantage Misgunst aan de Saramacca Rivier ? De namen van de 11 tot slaaf gemaakte mensen die in 1811 op Misgunst woonden en werkten zijn nog verborgen in het verleden. 

Johanna Muntz, de dochter van een hoge koloniale politie ambtenaar, wordt in de Surinaamse Almanac van 1811 vermeld als eigenaar van Plantage Misgunst. Wijert Beeldsnijder  en zijn uit Friesland afkomstige echtgenote Johanna Muntz hadden  goede banden met gouverneur Juriaan François  Friderici die in de periode 1797 -1801, 260 gronden aan de linker-  en rechter oever van de Saramacca Rivier liet verkavelen . Wijert kwam uit Curaçao waar de familie Beeldsnijder fortuin maakte met de distributie van tot slaaf gemaakte mensen naar plantages in het Caraibisch Gebied. Hij was in Suriname  directeur van Plantage Friderici's Gift aan de rechter oever van de Saramacca Rivier en bezat ook percelen in de Georgestraat in  wat nu bekend staat als het inheems dorp Columbia aan de Misgunstweg in Saramacca.  In Nederland waren leden van de familie  Beeldsnijder hoge ambtenaren in dienst van de Verenigde Oost Indische Compagnie en de West Indische Compagnie en als zodanig nauw  verbonden met de TransAtlantische slavenhandel en slavernij. Wijert's neef was gouverneur  Wolphert Beeldsnijder Matroos  die in Suriname bij de tot slaaf gemaakte Betje van Beeldsnijder een tweeling verwekt die de bron is van de familie Matroos in Suriname. Een van de nazaten van de tweeling is mijn overgrootvader Johan François Matroos. Hij was de zoon van  Helena Petronella Matroos, en de vader van mijn grootmoeder Antoinette Francoise Johanna Matroos.  Antoinette huwde met Hendrik Jan Tjoe Nij die in 1940 eigenaar wordt van 1/8 deel van de Plantage Misgunst in Saramacca. Wie anno 2016 richting Groningen rijdt vanaf Uitkijk komt links van de weg de Hendrik Jan Tjoe Nijweg tegen op Plantage Misgunst. Tijdens een kleine ceremonie in de 70-er jaren  van de vorige eeuw waarbij  zelfs een traan viel, onthulde mijn vader  Ferdinand Tjoe Nij   het eerste houten naambord van de weg die naar zijn vader Hendrik Jan Tjoe Nij is genoemd.   De weg geeft niet alleen  toegang tot bewoonde percelen maar ook  tot het Misgunst Jungle Pad dat speciaal is opengekapt  door de Stichting SOEKTSA om Eco toerisme te ontwikkelen op Misgunst. De avontuurlijke bezoeker van Plantage Misgunst kan nu onder begeleiding van een gids een wandeling maken op het Misgunst Jungle Pad en oog in oog komen met het regenwoud van Saramacca. De wandeling vertrekt vanaf Plantage Misgunst en duurt anderhalf tot twee uur. Het is intensief, glibberen, klimmen en kruipen over of onder takken als er omgevallen bomen liggen en je gaat in onbewoond gebied dus geen winkels on the road. Het is een wandeling voor fitte en gezonde mensen die van avontuur houden en niet bang zijn voor muskieten, slangen, spinnen en mieren en met een beetje geluk oog in oog komen te staan met apen, bosvarkens, tijger , miereneter en luiaard.. Sighting van loslopend wild is niet gegarandeerd. Door het hoge pure zuurstof gehalte kan je 'high' licht in het hoofd worden en een dag na de wandeling nog slaperig zijn. Het Misgunst Jungle Pad biedt bezoekers de kans het oerwoud van Saramacca van dichtbij te ervaren op nog geen uur rijden van Paramaribo. Afhankelijk van de wens van de bezoekers kan de wandeling korter zijn en gecombineerd worden met een bezoek aan een inheems dorp en Fort Groningen. Het SOEKTSA jungle Survival Camp pakket geeft de bezoekers de kans ook een nacht in de jungle te overnachten in een hangmat. Close encounter with nature in its rainforest purity is nog mogelijk in Saramacca op Misgunst. De bezoekers worden begeleid door een gids of survival trainer tijdens hun jungle walks. Van het pad dwalen kan ernstige verdwaling tot gevolg hebben voor toeristen die niet bekend zijn met het terrein. It ain't an ordinary walk in the park, it is an encounter with the rainforest. Ik vraag mij af of de witte eigenaren ooit gedurfd hebben om het regenwoud op Misgunst van dichtbij mee te maken. 
De inheemse Arowakken en Kalinya  die oorspronkelijk in Saramacca woonden kennen  het oerwoud goed en kunnen hun weg zonder hulp vinden. De moderne toerist zal onherroepelijk verdwalen zonder de hulp van lokale gidsen. 

Martha Tjoe Nij

maandag 18 juli 2016

Suriname adjusting to austerity measures


Suriname is adjusting to the new austerity measures which are part of the deal the Surinamese government made with the  International Monetary Fund to cope with the economic crisis which mainly affects the middle class families and the poor .
In a climate of uncertainty and daily price hikes in stores the population is confronted with newly imposed education fees for all levels of education on top of increased prices of electricity and water.
In an attempt to accommodate the lower income groups and the sick and elderly the government has implemented a distribution system to supply registered families or individuals with basic food packages.
Meanwhile  in increased criticism from opposition both in the ruling National Democratic Party and in oppositional political parties  in the National Assembly, the government  is asked to step up its efforts to curb corruption and criminality. 
Furthermore the recent  government decision to order the cessation of the legal proceedings against President Bouterse, fueled the  debate about he role of the judiciary in the context of an  independent  State,  Church and Judiciary and  has prompted the coalition party DOE to end its cooperation with the ruling National Democratic Party, It is unclear if  the minister of Natural resources  and energy who is affiliated to DOE  will step down too, since he was not ordered to step down by President Bouterse.  In a positive turn of events the austerity measures have triggered a sharp decline of energy usage and have made people more aware of their energy bills and their control over how much energy they use . This is not only positive for their electricity bills but also for the environment.
It can not be denied that efforts to diversify Suriname's  economic output are hampered by the austerity measures but  on the other hand    creativity  of  especially young Surinamese  has  not only increased regional cooperation but has also opened up new avenues for Suriname's creative industries. Also  tourism in Suriname is receiving more attention as economic source for recovery of our economy. Efforts are stepped up to upgrade the Surinamese tourism industry , especially for tourists who are looking for nature and  culture, which are both in abundance in Suriname. Meanwhile times are relatively hard for some and the rich are still getting richer , also in Suriname.

Martha Tjoe Nij
2016

maandag 4 juli 2016

Caribbean cultural cooperation

Suriname was center stage in terms of Caribbean integration when it hosted the 11th edition of the Caribbean Arts and Culture festival CARIFESTA in 2013.
These pictures are highlighting some of the special moments and people who made it all possible . Three years later the question remains how did our participation then,bcontribute to Suriname's regional integration and which cultural development did our hosting activities bring to Suriname?
Our financial weakness and lack of consistent cultural policy has unfortunately left Suriname with a mini personal representation in  last year's Haiti edition of the largest cultural event in the Caribbean. Positive impact of Carifesta in Suriname was the influx of tourists to our country of whom many had never heard of Suriname and were surprised by our cultural diversity and natural beauty.

The sad truth is that many Surinamese artists who had high hopes of selling their work and linking to regional networks have been left in the lurch and are facing the same routine at the ministry of Education where the same cultural elite is ruling the waves.
                           


Untroubled by any form of professional knowledge many cultural workers in the Caribbean adopt Eurocentric views of what cultural output should be, while lacking the skills to educate the budding artists and artisans on decolonization of the mind, to raise their professional level and contribute to an innovative trend which could also help artists profit from their work.
In this respect the recent cooperation between Surinamese and Guyanese young ICT specialists has opened up doors for creative talent
to show their skills and educate themselves
in such a way that the information and communication branche could be selfsupporting.
Regional cooperation can create
jobs for surinamese artists who are developing
a Surinamese style and want a piece of the pie
when it comes to animation and application production.
There must be a positive note in this respect because on the eve of the Caricom Heads of State gathering Suriname's president has  economic reform  and regional cooperation high on the agenda.  The question remains how the Surinamese arts and cultural wealth will be put to good use to the benefit of the artists who gave so much during Carifesta XI but seem to have been forgotten once the final ceremony ended on Independence square in Paramaribo.



Caribbean cultural cooperation

Suriname was center stage in terms of Caribbean integration when it hosted the 11th edition of the Caribbean Arts and Culture festival CARIFESTA in 2013.
These pictures are highlighting some of the special moments and people who made it all possible . Three years later the question remains how did our participation then,bcontribute to Suriname's regional integration and which cultural development did our hosting activities bring to Suriname?  Our financial weakness and lack of consistent cultural policy has unfortunately left Suriname with a mini personal representation in  last year's Haiti edition of the largest cultural event in the Caribbean. Positive impact of Carifesta in Suriname was the influx of tourists to our country of whom many had never heard of Suriname and were surprised by our cultural diversity and natural beauty. The sad truth is that many Surinamese artists who had high hopes of selling their work and linking to regional networks have been left in the lurch and are facing the same routine at the ministry of Education where the same cultural elite is ruling the waves.


Untroubled by any form of professional knowledge many cultural workers in the Caribbean adopt Eurocentric views of what cultural output should be, while lacking the skills to educate the budding artists and artisans on decolonization of the mind, to raise their professional level and contribute to an innovative trend which could also help artists profit from their work. In this respect the recent cooperation between Surinamese and Guyanese young ICT specialists has opened up doors for creative talent to show their skills and educate themselves in such a way that the information and communication branche could be selfsupporting. Regional cooperation can create  jobs for surinamese artists who are developing a Surinamese style and want a piece of the pie when it comes to animation and application production.
There must be a positive note in this respect because on the eve of the Caricom Heads of State gathering Suriname's president has  economic reform  and regional cooperation high on the agenda.  The question remains how the Surinamese arts and cultural wealth will be put to good use to the benefit of the artists who gave so much during Carifesta XI but seem to have been forgotten once the final ceremony ended on Independence square in Paramaribo.

maandag 20 juni 2016

FORKED TONGUE DIPLOMACY


Suriname can be considered one of the safest countries on the South American continent, working hard to maintain its independence, while International Monetary Fund specialists are reporting on our progress to restructure our economy amidst ongoing global economic crises. International isolation of Suriname has traditionally been the result of Dutch colonial policies which aimed at exploiting Surinamese natural and human resources and  at keeping the Surinamese people  unaware of  international developments towards ending slave trade, abolishing slavery, and National Independence. Unfortunately more recently  national and international efforts seem to have isolation of Suriname on top of their agenda, if not intentionally then certainly as a byproduct of political machinations.  Just as Suriname's government is stepping up efforts to widen the international scope of its activities, searching new  partners for cooperation and diversifying production and  export in the fields of agriculture,fisheries, mining, tourism and  trade, the Canadian government surprised friend and foe with a warning for Canadian nationals not to visit Suriname for 'safety' reasons. The immediate response of the Surinamese government illustrated the negative impact such a statement of a so-called 'friendly nation' can have on Suriname. A quick look at international charts and statistics concerning safe countries in the world puts Suriname close to Canada when it comes to safety, so what could have triggered this unexpected warning from Canada?
A keen observer of international political and economic developments in the world at large and South America in particular, must have noticed the impact of the devaluation of oil and gold prices on  the economies of Argentina, Brazil, Venezuela  Guyana and Suriname. The manipulation of oil and gold prices on the global markets  has heavily cut the economic revenues of these developing nations, causing Suriname to accept financial help from the International Monetary Fund under strict conditions. The loss of financial revenues and continued pressure from abroad on progressive political parties and policies has resulted in unprecedented food shortages in Venezuela, toppling of governments in Brazil and Argentina and now Canada wants the world to believe that Suriname and its neighbor Guyana are not safe to travel to.
In Suriname the opposition in parliament has repeatedly called for Desiree Bouterse's government  to step down and categorically refuses to  accept President Bouterse's invitation to step up efforts to unitedly tackle the economic problems the nation faces. In spite of Bouterse's clear cut victory during 2015 democratic elections, the so-called  "We Are Tired" activists in Suriname also echo the opposition's  demand  for the end of Bouterse's reign. The small group of activists seems to have ample foreign financial support (mainly from the Netherlands and USA) to carry out street protests and continued media attacks on  every effort the government undertakes to mobilize the  population towards  austerity and economic recovery programs.
The most recent legal developments have added fuel to the flames in Suriname's legal and judiciary circles because Suriname's military court decided to ignore the legal Amnesty  provisions for President Bouterse. The Military Court's decision to honor the demands of a select group of relatives of Bouterse's opponents  who died  during the December 8th,1982 events in Fort Zeelandia in Paramaribo, has paved the way to prosecute president Bouterse for his involvement in these events and has created a constitutional dilemma for the residing government. Can judges of the military court decide to sidestep the Amnesty law which was legalized by Suriname's national assembly? Will the government of Suriname deny the right of independent judges to interpret our national laws as they see fit? These questions  need answers  which  are part of Suriname's post independence, post revolution, legal , political and social climate in a  democracy which is searching for   innovation  after centuries of colonial domination and exploitation. 
Old map of Dutch plantations on the  Saramacca river. 
The continued flow of negative and subversive messages from a select group of  Surinamese about their own country and from foreigners about Suriname does not contribute in any way to improving Suriname's situation nationally and internationally. I am inclined to say that the negative output and continued pressure on the people of Suriname  is organized from abroad and has a definite anti-progressive agenda, geared at deliberately breaking the development policies in Suriname. The regional and national political and social unrest is part of a conscious policy to deprive  the peoples in this region of all programs of social equality and change. This aggressive policy is moving towards reinstalling traditional conservative pro western political puppets in former colonies with the typical fascist and racist characteristics we know too well in South America. One thing is definitely true, Canada is unsafe for its indigenous peoples who are murdered on a daily basis and whose lands are
confiscated by the State. 
The Dutch royalty used to hide in the 'safe haven' Canada during World War II till it was 'safe enough' for them to return to the people they had left to fight Nazi Germany. Today Canada has shoved Suriname on its own heap of unsafe nations but has not stopped the Canadian firm I AM GOLD which is mining the precious  gold ore in Suriname, from profiting from our natural resources. The double standards which the so called 'enlightened' western 'axis of power' applies when it comes to Suriname and Latin America, are illustrated by Canada's forked tongue diplomacy; Suriname is suposedly 'unsafe' but  Canada's I Am Gold multi national  can carry on extracting gold from Suriname. Eldorado is revisited in the 21st century  and Suriname is one of the nations in the famous Guyana basin whose gold  is coveted by Canadians this time. At the end of the day it is up to the people of Surname  to create a safe environment to live and thrive as a nation.    We can be sure that a country that is safe enough for a Canadian gold digger, must be safe enough for the rest of the world.


Any tourist should remember Suriname will always be safer than any Canadian metropole. I live in Suriname without fear and invite tourists to come and visit our peaceful country and enjoy the unspoilt natural beauty of Suriname.

Martha Tjoe Nij  June 20 - 2016


IK PLANT AL, JIJ TOCH OOK?


Het is voor veel Surinamers vanzelfsprekend  dat de seizoenen ons rijkelijk belonen met de lekkerste groenten en de lekkerste vruchten.

banaan, ananas, citroen  en papaya
homegrown tomaten en tayerblad



Surinaamse
 paprika in de kas te OS Kampong Baroe
De huidige regering heeft Surinamers uitgedaagd om verder te denken en zich in te zetten zodat wij als kleinste land van Zuid Amerika  een grote bijdrage kunnen leveren aan het voedsel dat in de regio wordt genuttigd. Produceren om te exporteren is het
verzoek.
Deze uitdaging is door mij aangenomen. Ik ben voor het eerst van mijn inmiddels 62 jaren begonnen met planten voor eigen gebruik.
Ik heb de stoute schoenen aangetrokken en heb de schop in de grond gestoken en mijn handen in de aarde en modder gezet. Omdat ik helemaal groen ben op het gebied van planten en hoegenaamd een leek ben op het gebied van bemesting en bestrijding van ongedierten en ziekten, heb ik mij aangemeld bij het ministerie van Landbouw Veeteelt en Visserij. Ik heb  de wekelijkse training Kassenteelt gevolgd . Deze training die de organisatie Women in Business en het ministerie van  LVV aanbieden is bedoeld om de aktieve landbouwers te scholen en stimuleren.
tomaten in de kas te OS Kampong Baroe

bloemkool in de kas te OS Kampong Baroe












Na drie maanden,waarin ik heb geleerd dat grondbewerking niet alleen zware maar ook dankbare arbeid is, heb ik nu een moestuintje waar de tomaten, oker, tayerblad, klaroen, gomma wiri, sjalotjes, pepers en soepgroente sneller groeien dan ik ooit voor mogelijk had gehouden. Hoewel ik mijn moestuin voor eigen gebruik heb ingericht is deze aktiviteit wel een introductie in het omgaan met aarde, bemesting, zaden, groei en bloei van de planten die in ons land met een beetje zorg uitstekend groeien. De uitdaging om te exporteren is voor de kleine landbouwer een grote opgave en vergt goede planning en de juiste kanalen naar afnemers en exporteurs.
Oker en klaroen uit eigen tuin in Saramacca
 groenten  verkoop in Paramaribo
Ik hoop nog veel te leren en nodig iedereen uit om de uitdaging aan te gaan en te leren planten, waarbij het vermijden van gifstoffen en schadelijke pesticiden een belangriijk aspect in de voedselketen is. Mijn plantjes zijn mijn trots en ik leer elke dag meer . Ik plant al, Jij toch ook?

Martha Tjoe Nij
 2016

maandag 13 juni 2016

ECHTE HELDEN ZIJN NOOIT MOE

Hoog oplopende druk op de plantage eigenaren zorgde in de 18de eeuw voor grote militaire operaties in Suriname om het steeds heviger wordende verzet van de Marrons de kop in te drukken.
De een na de andere plantage werd aangevallen en een met de dag groter wordende groep verliet de plantages om zich aan te sluiten bij het verzet in de bossen. De Marronstrijders zorgden ervoor dat de angst er goed inzat bij de plantage houders die met lede ogen moesten toezien hoe hun bezit in vlammen opging en hoe hun dwangarbeiders steeds meer oor kregen voor de roep om vrijheid vanuit de bossen .
Het verzet van de Marrons en Cariben en Arawakken  is in de Surinaamse historie de meest waardevolle strijd voor vrijheid geweest die geleid heeft tot meerdere vredesverdragen met de koloniale heersers en uiteindelijk resulteerde in afschaffing van het systeem van slavernij in Suriname. Het verzet van de Marrons en Cariben en Arawakken is ook het meest weggemoffelde historische gegeven in de psyche van de gemiddelde Surinamer die is opgevoed met wat in de Nederlandse geschiedenisboeken over onze strijders werd verteld.
In de 21ste eeuw koestert  het verzet tegen de regering zich  met de gedachte dat hun anti regerngs gezinde akties  gestoeld zijn op de eeuwenoude traditie van verzet van de Marrons en derhalve heldhaftig en juist zou zijn.
In werkelijkheid is de 'ik ben moe' oprisping, die goed gefinancierd en georganiseerd door het buitenland en  hoofdzakelijk het vertrek van de regering eist, een verlengstuk van het in Europa aanwezige verlangen om oude koloniale banden te herstellen. Dit verlangennaar herstel van de oude koloniale banden met Nederland, wordt vooral bij een kleine  elite gevoed door de wetenschap dat er dan wederom goed gebruik gemaakt kan worden van de in Suriname aanwezige natuurlijke hulpbronnen.
De tijden zijn veranderd en ook Suriname gaat gebukt onder de druk op de economische verhoudingen in binnen en buitenland, slecht of gebrekkig bestuur, voortdurende corruptie en steeds openlijkere roof van natuurlijke hulpbronnen door het wereldwijde Zionisme.
Het Joods Christelijk wereldbeeld van de 18de eeuwse plantage houder en koloniale bestuurder kenmerkte zich  door stricte segregatie en racisme. Met  de christen God in het vaandel  rechtvaardigde men  het behandelen van de zwarte tot slaaf gemaakte mensen als dieren en gratis arbeidskrachten.
Het valt niet te ontkennen dat de voortdurende roep  van gekozen parlementariers om activering van de anti-corruptie wet in ons land ook voor Suriname inhoudt dat het roer moet worden omgegooid en de graaiers ter verantwoording moeten worden geroepen. Het argument dat graaien vroeger gewoon was blijkt uit uitspraken als, 'pe yu e wroko ,drape yu mu nyan', 'winti way, lanti pay', en uit de dagelijkse praktijk van nepotisme en koop en verkoop van loyaliteit die in de economische en politieke wereld  nog steeds gangbaar is in het voordeel van de zogenoemde 1% elite.
De koloniale planters die in de periode van toenemend marron verzet en opstanden onder de dwangarbeiders op de plantages, zich verenigden en met hun prive legertjes en overheidssteun gewapend optraden tegen de aanvallen uit het bos  en op de plantages, hadden eigenbelang als motivatie.
Eigenlijk was de militaire macht van de plantage eigenaren en de koloniale overheid een onderdrukkingsleger dat alles wilde doen om te voorkomen dat het bezit dat tot dan toe schaamteloos werd vergaard, verloren zou gaan.
De marronstrijder was dus de 'schurk', terwijl de meedogenloze plantage eigenaren geprezen werden voor hun wrede slachtingen en publieke executies van aan de slavernij ontvluchtte mensen.
Het hedendaags 'ik ben moe' "verzet" is te vergelijken met de planters die met alle ter beschikking staande middelen terug wilden naar de tijd dat zij ongestoord en ongegeneerd hun macht konden uitoefenen.
In feite is de gemiddelde ondersteuner van de 'ik ben moe' activisten helemaal niet moe maar eerder boos omdat de veranderingen die zich in ons land en in de wereldeconomie voltrekken een duidelijke vemindering betekenen van hun eigen inkomsten. De bron van hun ongenoegen is het beleid van de regering die op basis van een democratisch gewonnen verkiezing meerderheid van stemmen heeft in het parlement en dus een ander beleid voorstaat dan de 'ik ben moe' financierder wenst.
 De volkswil zoals die in de democratie wordt gehanteerd is niet in lijn met de verlangens van de 'ik ben moe' activisten die het niet voor het zeggen hebben omdat hun politieke partijen zijn afgestraft door het kiezersvolk tijdens de laatste verkiezingen. Net als de koloniale planters destijds willen de 'ik ben moe' activisten  niet accepteren dat de tijd van ongestoord zakken vullen en gouden bergen verdienen over de ruggen van de onbetaalde arbeidskrachten voorbij is. De terechte eis voor vrijheid van de Marrons moest  toen gehonoreerd worden  en de enige oplossing voor de ontwikkeling van Suriname nu is niet aflatende inzet en eenheid met de meerderheid van Surinamers die niet moe, maar zeer aktief zijn en  niet willen dat hun land geherkoloniseerd wordt .
Het leidt geen twijfel dat corrupte elementen en naar herkolonisatie verlangende elementen in de surinaamse samenleving nog springlevend zijn en op basis van onze historie is dat ook niet zo vreemd.
Vier eeuwen  corrupte koloniale overheersing poets je niet in enkele decennia onafhankelijkheid weg.
De bekende Surinaamse wetenschapper professor Gloria Wekker heeft in haar recente publicatie opgeroepen om de "Witte Onschuld" nader onder te loupe te nemen, als wij verder willen gaan en gelijkheid en vrijheid zonder racisme willen bevorderen.
De Surinaamse bevolking is veerkrachtig en bereidt zich voor op nog zwaarder economisch weer waarbij de breedste schouders de zwaarste lasten moeten dragen. Surinamers kunnen niet moe worden omdat moe zijn geen optie is, niet voor onze voorouders die elke dag onder dwang hard werkten en niet voor onze hedendaagse vrije  gemeenschap die vooruitgang kiest en weet dat de bemanning van het schip pas na de storm kan rusten.
Aan de vooravond van herdenking van de  afschaffing van de slavernij is het goed te beseffen dat in onze regio reeds verregaande stappen zijn gezet naar herkolonisatie van de volkeren van Argentie, Brazilie en Venezuela, waar democratisch gekozen regeringen middels  door buitenland gefiancierde interventies ten val zijn gebracht. Ook in Suriname is met de komst van het IMF regime alle waakzaamheid geboden om te voorkomen dat het zogenaamde 'ik ben moe' fenomeen gebruikt wordt om onze democratisch gekozen regering ten val te brengen en de met grote moeite verkregen vrijheid weer ondergeschikt te maken aan de in Nederland broedende neo koloniale racistische uitbuiters klasse.
De Marrons , Arawakken en Cariben die verzet leverden waren de echte helden die nooit moe werden en systematisch hebben gestreden tot de onderdrukkers uit Nederland beseften dat er geen kolonie zou overblijven als zij geen gehoor gaven aan de eisen van de verzetsstrijders.
Laten wij niet de fout maken om de echte helden te verwarren met futu boi van in het buitenland zetelende aasgieren die niet moe worden van hun pogingen om de Surinaamse rijkdommen in hun bezit te krijgen en er niet vies van zijn om de 'ik ben moe' activisten voor hun karretje te spannen.

Martha Tjoe Nij
mit2016






maandag 6 juni 2016

KIES VOOR HET MILIEU


KIES VOOR HET MILIEU  EN NIET VOOR PLASTIC 

Wereldwijd worden per minuut ongeveer een miljoen plastic zakjes  eenmalig gebruikt, Dit komt neer op 150 plastic zakjes per jaar per persoon en het aantal neemt toe. 
Ook in Suriname is het gebruik van plastic de gewoonste zaak van de wereld, we staan er zelden bij stil dat alle plastic uiteindelijk in het milieu terecht komt en daar 20 -1000 jaar lang blijft rondzwerven in de grond, in het water en in de lucht. 
De vervuiling door  plastic consumptie gaat ongemerkt.
De  plastic cups, bordjes, rietjes, roerstokjes , plastic tasjes , handschoenen en nog zeer veel andere plastic producten zijn een onderdeel van ons dagelijks leven en weinig mensen staan stil bij het effect van plastic op ons milieu. Wat zou er gebeuren als we de keus hadden om voor het milieu te kiezen en wereldwijd  nee zouden kunnen zeggen tegen de plastic rietjes,cups, bordjes, roerstokjes en plastic tasjes die automatisch worden aangeboden bij uw drankje of maaltijd of bij aankopen. 
Momenteel zijn er 5.25 triljoen stukjes plastic afval in de oceanen. Van deze plastic massa drijft 269.000 ton aan de oppervlakte terwijl ongeveer 500 miljard plastic deeltjes per vierkante kilometer de dieper gelegen wateren van de oceanen vervuilen. (bron:http://oceancrusaders.org/plastic-crusades/plastic-statistics/)
Wat zou het betekenen voor de fabrikanten en consumenten van plastic artikelen en voor het milieu als we niet langer weggooiden maar overgingen tot vervanging?
De oceaan is vol met plastic en er zijn al bedrijven begonnen om het plastic te produceren dat een korte levensduur heeft en plastic  te verzamelen en te recyclen in plaats van meer plastic toe te voegen aan de 'plastic soep' in onze oceanen.  
plastic tasjes en vuilniszakken vervuilen dagelijks
In Suriname wordt het binnenland met haar tropische oerbos steeds vaker bezocht door binnenlandse en buitenlandse toeristen.De toerisme industrie heeft er alle belang bij om het milieu in stand te houden en zodoende de kwaliteit van het aangeboden toeristisch product te garanderen. Vele toeristen hebben al vastgesteld dat het plastic in kreken, rivieren en bospaden in het binnenland van Suriname niet meer een uitzondering is. Het maagdelijk bos wordt vervuild door de mens die plastic cups, lepels, vorken en rietjes keer op keer meeneemt en achterlaat. De touroperators moeten in de toekomst niet  verbaasd kijken als de  tourist eist dat er tijdens de aangeboden tour geen plastic gebracht mag worden naar het binnenland.  De invloed van plastic op ons milieu is ingrijpend, de plastic fles of plastic tas verandert door de jaren heen in minuscuul kleine deeltjes plastic in ons water die  door vissen  worden opgegeten. Deze vissen worden door andere zeedieren en ook door de mens gegeten. Het water in de oceaan verdampt en wij ademen de lucht in  die  ook kleine deeltjes plastic bevat, die ons lichaam vervuilen.  De oceanen en rivieren leveren ons water, lucht en voedsel en wij moeten ervoor waken dat de mens deze belangrijke bron voor overleving niet verandert in een door plastic vergiftigd natuur element dat een gevaar is voor onze gezondheid.
schildpad  vervorming door verstrikking in plastic
De direkteur van de Dienst Toerisme,  in Suriname, Jerry Akum,sprak onlangs op social media zijn afschuw uit over de gewoonte van de Surinamers om gewoon hun gebruikte plastic cups en voedsel bakjes op straat te gooien .De vervuiling van het  milieu die hierdoor ontstaat heeft als neven effecten dat er verstoppingen optreden en dat het stadsbeeld niet echt aantrekkelijk is voor de  tourist die ons land bezoekt. Als wij kiezen voor het milieu zullen wij plastic moeten vervangen en recyclen om te voorkomen dat het plastic monster ons, de mens,  uiteindelijik ook uitschakelt. Per jaar sterven ongeveer een miljoen zeevogels als gevolg van plastic consumptie en 100.000 zeedieren sterven jaarlijks omdat zij verstrikt raken in plastic.Ten minste tweederde van de  vis voorraad in de wereld heeft last van plastic consumptie, omdat vissen plastic voor voedsel aanzien. Een plastic zakje kan meerdere dieren doden omdat het  plastic weer vrij komt nadat een dier is gestorven en hetzelfde zakje kan dan weer in het voedsel van een ander dier terechtkomen. Wetenschappers hebben intussen al 200 gebieden in de Oceanen aangemerkt als 'dode zones' omdat daar als gevolg van plastic vergiftiging geen levende organismen meer kunnen groeien. Wereldwijd worden elke dag 13.000 tot 15.000  stuks plastic in de oceaan gegooid. 
Wij staan er niet bij stil dat elke petfles, cup of lepel die in de goten, rivieren en kreken beland  uiteindelijk op x dag in de oceaan terecht komt .
Saramacca rivier te Groningen Surname
We beseffen te weinig dat als gevolg van  de toemende hoeveelheid plastic in de oceaan, de zuurtegraad van het water steeds hoger wordt wat weer  leidt tot  'zure' regens. In sommige landen hebben zure regens al voor afsterven van hele stukken bos gezorgd. Naast de individuele keus om geen plastic te gebruiken en in restaurants, hotels en winkels te vragen om plastic vervangende producten,  kunnen burgers ook eisen dat de overheid wetten aanneemt , die het milieu beschermen tegen plastic. Door  belasting te heffen op plastic producten, kan indirect het plastic gebruik afnemen. Vraag jezelf af hoeveel plastic jij hebt toegevoegd aan de 46.000 stukjes plastic die per vierkante kilometer rondzwerven in onze oceanen. Gelukkig worden ook in Suriname in toenemende mate initiatieven ontplooid om plastic gebruik te verminderen. Een voorbeeld is de herintroductie van  het gebruik van natuurlijke materialen.  Zo is het gebruik van  banane blad  en Leli blad als vervanging voor een plastic bord  inmiddels 'trendy' aan het worden,omdat het gezien wordt als een teken van bewustzijn over de  bescherming van ons milieu. Kiezen voor het milieu is in ieder geval niet kiezen voor plasic en betekent een drastische verandering in ons doen en denken, maar heeft op lange termijn meer voordelen dan nadelen. Doorgaan op dezelfde weg is gegarandeerd destructie van ons milieu en daar kiest niemand voor.


maandag 30 mei 2016


Het Surinaamse stadje Groningen aan de Saramacca rivier is niet alleen de hoofdstad van het District Saramacca maar is tevens de toeristische trekpleister voor veel Nederlandse toeristen die met hun eigen ogen  tropisch Groningen willen zien.
Het stadje aan de Saramacca rivier  dankt haar naam aan de Nederlandse  militair Jan Wichers die   gouverneur van Suriname  was. Wichers liet in een bocht van de Saramacca rivier  in 1790 een fort bouwen in het kader van de koloniale verdedigingslinie tegen aanvallen van inheemsen en Marronstrijders. Wichers  noemde het fort Groningen naar zijn geboortestad in Nederland. Menig Nederlandse bezoeker van  Groningen in Saramacca zal de indrukwekkende rivier oever met dichtbegroeid mangrove bos aan de overkant van Fort Groningen met gemengde gevoelens bekijken.  Het was immers daar dat het drama van de mislukte kolonistie van nederlandse boeren zich voltrok .  De arme boeren die de economische malaise in Nederland beu waren en als economische vluchtelingen vertrokken naar Suriname, zochten hun geluk tegenover fort Groningen op plantage Voorburg . De koloniale geschiedschrijver Wolbers bericht over het bezoek van gouverneur Van Raders aan Groningen op  15 october 1845, in de periode dat wanhopige Nederlandse boeren radeloos om hulp vragen, omdat de droom van vestiging in Suriname een nachtmerrie was geworden. De Nederlandse boeren waren op 10 Mei 1845 met de  schepen  Susanna Maria en Noord-Holland met aan boord 208 personen, vertrokken naar Suriname om zich daar te vestigen en veeteelt tot ontwikkeling te brengen.
Groningen aan de Saramacca rivier 
"In den morgen van den 21sten Junij 1845 bereikte de Susanna-Maria Voorzorg, doch welk eene teleurstelling beidde daar de hoopvolle kolonisten! De voorbereidende maatregelen ter hunner ontvangst waren weinig gevorderd; de som van vijftig duizend gulden daaraan besteed, was als weggeworpen. Eenige hutten met strooijen (palmbladeren) daken, sommige nog maar half voltooid, in eene regte lijn tegen den groenen horizon van ondoordringbaar bosch, leverden een weinig uitlokkend gezigt voor de kolonisten op.Toen het anker was gevallen, hadden er aan boord van het schip ijzingwekkende tooneelen plaats. Vrouwen en kinderen jammerden en schreiden; de mannen liepen, bij den aanblik hunner bestemming, als wanhopenden en woedenden over het dek. De meesten weigerden om van boord te gaan; eenigen, die nog gelden bezaten, boden dezen den kapitein voor de terugreis aan." (Wolbers, Geschiedenis van Suriname)

Binnen een maand na aankomst stierven meer dan de helft der aangekomenen en het gelukte dominee van de Brandhof, wiens naam nog steeds verbonden is aan een straat in  de hoofdstad van Saramacca,om met steun van gouverneur van Raders een 50 tal woningen te laten bouwen voor de kolonisten uit Nederland.

"Ds. Brandhoff had bij zijne komst de plaats de vestiging Voorzorg, als zeer ongezond, afgekeurd en liet nu op den tegenovergestelden post Groningen een vijftigtal woningen maken, die ieder ƒ700.- dus te zamen ƒ35,000 kostten.Twee honderd delfnegers en timmerlieden werden hiertoe in het werk gesteld en de kolonisten betrokken achtereenvolgens de woningen en erven." (Wolbers, Geschiedenis van Suriname)

In totaal 189 kolonisten vonden de dood  op de plantages Voorzorg en Mijn Vermaak. Nazaten van  overlevenden van toen behoren  vandaag tot bekende welgestelde Boeroe families in Suriname die over de beste gronden beschikken en fortuin hebben weten te maken in Suriname.
Het waren de zgn "delfnegers" en timmerlieden die de huizen bouwden want het was de periode van slavernij in Suriname en hoewel de witte elite in Paramaribo neerkeek op de arme boeren die hun geluk kwamen zoeken in Suriname, was zelfs de armste boer uit Nederland geen slaaf in de Nederlandse kolonie. 
De slaven waren de nazaten van uit Afrika geroofde zwarte mensen.  De authoriteiten in een  koloniale- op racisme geschoeide samenleving,namen het de boeren kwalijk dat zij de 'orde' kwamen verstoren, door als witte  boeren landarbeiders het werk te doen dat in de gesegregeerde maatschappij slechts door zwarten gedaan werd. Het gebrek aan steun uit Paramaribo is een van de oorzaken voor het mislukken van de kolonisatie van boeroes in Groningen.

 
Tijdens een  recent bezoek aan Groningen met een groep toeristen uit Rotterdam wilden de toeristen vooral weten waarom het   stadje de naam Groningen kreeg. Op een bloedhete tropische middag  in de felle zon Groningen in Suriname  bezoeken is voor de moderne Nederlandse toerist een bijzondere ervaring. Een stukje herkenning in wat vroeger Nederlandse kolonie was en waar je nu de vreemdeling bent die in Groningen wordt herinnerd aan het slavernij verleden van de boeroes . Door te reizen doe je indrukken op en  het was frappant om een Nederlandse toerist het verband te horen leggen tussen de economische vluchtelingen uit de 19de eeuw die hun geluk kwamen zoeken in Suriname en de moderne situatie van vluchtelingen in Europa die overal geweigerd worden.De Nederlandse toerist  weet dat er  in Noord Nederland ook een grote stad Groningen ligt waar ook veel Surinamers wonen die in Nederland open en bloot worden gediscrimineerd. Het stadje Groningen is een toeristische asset van het district Saramacca voor de toerist die cultureel erfgoed waardeert en de confrontatie met het verleden aandurft.




maandag 23 mei 2016

SOEKTSA JUNGLE SURVIVAL CAMP


Wil je kennismaken met de jungle, heb je een goede conditie en ben je bereid om te zweten? Het is een kwestie van dapper zijn en doorzetten want wie deelneemt aan het SOEKTSA JUNGLE SURVIVAL CAMP  aan de Hendrik Jan Tjoe Nij weg te plantage Misgunst in Saramacca, moet grenzen verleggen , uithoudingsvermogen hebben en van avontuur houden. 


Wees dapper en durf de uitdaging aan van vrijdag tot zondag. Je moet opletten en goed volgen welke instructies en welke informatie wordt aangeboden want je hebt alles nodig. 
Leer op plantage Misgunst hoe de  vruchtbomen en hun vruchten ,
sinasappel,pommerak,amandel,birambi,sapotille,zuurzak en tamarinds er uitzien en smaken.
 In de workshop 'Saramacca Nu' wordt informatie en kennis over het district Saramacca gedeeld en aangevuld.  'Wat is cultuur' is een workshop waarin elke stap in de plantage geschiedenis aan de orde komt en men uit eigen kennis moest putten om de verbanden tussen geschiedenis, wonen, geloven, eten, natuur en cultuur te kunnen leggen. 
Het bos als grootste supermarkt die ons eigenlijk alles biedt wat we nodig hebben om te leven, wordt van verschillende invalshoeken bekeken en de kennis van Surinaamse  bouwstijlen komt ook aan bod. 
Zaterdag ochtend begint  een zware tocht met volle bepakking richting bivak in het regenwoud .  
Het is Niet vreemd als je je  gedurende de wandeling afvraagt 'waar ben ik aan begonnen?' 
In het bivak is het  hard werken om de lokatie die door de survival trainer wordt geselecteerd  gereed te maken voor de nacht. Zelf houtsprokkelen in de jungle onder begeleiding van de gids en zelf eten koken  op een houtvuur. Het hout en de bladeren die bij het schoonmaken van het bivak op een hoop werden gegooid  gaan in vlammen op en jagen de muskieten weg. De rook en vlammen houden  de wilde dieren (brul apen, bosvarkens en tijgers) op afstand. Het Misgunst regenwoud is de woonplaats van de macca slang, de luiaard, de tijger, de boa constrictor, wilde zwijnen en duizenden vogels , spinnen en insecten.  De mensen komen op bezoek in hun woongebied en worden warm onthaald door de vele muskieten.Tijdens het bivak in het regenwoud is team spirit cruciaal om te overleven. De opdrachten van de survival trainer moeten in teamverband worden uitgevoerd, iedereen doet mee! De kookplaats, de Baleh Baleh, het afval gat, de latrine en pispaal en het grote kampvuurtje horen tot de taken. Na een zelf gekookte lunch en een lange boswandeling naar het eind van het junglepad volgt een kampvuursessie waarna men in het bivak al vrij snel in slaap valt  in de hangmatten die tussen de bomen worden gehangen.
Zondag ochtend wordt na ontbijt en ochtendgymnastiek  het bivak  ontruimd en via het Misgunst JunglePad weer  terug gelopen naar de plantage . Daar kan men na twee dagen eindelijk van een heerlijke douche genieten gevolgd door  een warme maaltijd . Aan deelnemers wordt ten slotte een certificaat van deelname met goed gevolg uitgereikt. 
Het SOEKTSA JUNGLE SURVIVAL CAMP  is voor de gezonde, avontuurlijke bezoeker die iets onvergetelijks wil ervaren en niet bang is oog in oog met de Surinaamse jungle te staan. 
'Het was zwaar' , 'ik heb wel dingen geleerd die ik nog niet wist', 'wie wil mag komen ik heb het al gedaan',  waren enkele van de opmerkingen van deelnemers. 

Durf je ook mee te doen? Maak dan contact.

Wie belangstelling heeft voor deze training en  bereid is US $ 100,-- te betalen kan zich opgeven voor deelname  via email: soektsa@gmail.com , telefoon 00597  8880484 : Martha Tjoe Nij 
Stichting SOEKTSA, adres : H.J. Tjoe Nij weg 6A perceel 113 Misgunst Saramacca. 
De stichting SOEKTSA staat voor Suriname Onderzoek Educatie Kunst Toerisme in Saramacca.

vrijdag 20 mei 2016

SURINAME HOSPITALITY EN TOERISME

De nieuwe koers die Suriname vaart op het gebied van ontwikkeling van toerisme heeft verregaande konsekwenties voor de Surinamer. Immers de Surinamer dient zich gastvrij en vriendelijk  op te stellen om zodoende de toerist het naar de zin te maken in de hoop dat de toerist een volgende keer weer voor Suriname kiest.
Deze houding heeft te maken met wat in de toeristische wereld de hospitality component van toerisme wordt genoemd. De hospitality component heeft te maken met bewustzijn , vakkennis, beleid en persoonlijke overtuiging dat het belangrijk is om de toerist/bezoeker van je land, district, of wijk zich welkom te laten voelen gedurende het verblijf. De hospitality component staat voor gastvrijheid  en de toerist zoveel mogelijk  van dienst  zijn vanaf aankomst tot vertrek.
ChantalRijkaard
 Manager Carifesta XI Districten Festivals
De Surinaamse regering heeft, in het kader van de diversificatie van de nationale productie en de potentie van Suriname als toeristische trekpleister, besloten om te investeren in opleidingen in de toerisme branche. Op de begroting van de Dienst toerisme , welke valt onder het ministerie van TCT, is een flink deel van het budget gereserveerd voor opleiding van mensen die zich willen bekwamen in beroepen die met toerisme te maken hebben. Het spreekt voor zich dat de opleiding van vakkrachten voor de toerisme branche veronderstelt dat deze mensen na beeindiging van hun opleiding voldoende kans hebben op een baan in een van de toerisme sectoren. Dit vergt uiteraard gedegen planning en deskundige investering in de promotie van Suriname als toeristische trekpleister,  want  zonder toeristen zijn er geen banen. Hiermee is de kring rond, wie zich als toerist niet prettig of welkom voelt in een land zal niet lang blijven en geen goede verhalen vertellen bij terugkeer. Wie zich onheus of onprofessioneel benaderd voelt tijdens  verblijf in een van de toeristische oorden in ons land zal daarover niet al te best rapporteren bij terugkeer naar huis. De toerist die zich voorneemt om een vakantie in Suriname te boeken en op Facebook een waterval van negatieve berichten van Surinamers over Suriname over zich heen krijgt, zal zich twee keer bedenken om naar Suriname te komen. Kortom de keus om Suriname buitenlandse valuta te laten verdienen uit de toerisme sector, houdt meer in dan 'mek den toerist kon wi e wakti den.'
Sherida Mormon
Manager Suriname Heritage Festival 

De hospitality component werkt door op alle fronten en heeft naast bewustwording en economisch voordeel ook het element innovatie in zich. Innovatie of vernieuwing van het toeristisch product moet elke gids, hotelhouder, bareigenaar, cafehouder, taxibestuurder, bed en breakfast eigenaar, touroperator, arts en crafts producent scherp houden om de eigen producten op nivo te brengen en steeds aan te passen zodat de toeristen blijven komen.  Wie nu de hele dag in alle toonaarden roept 'weg met de regering', 'Suriname is niks, we zijn moe' en dergelijken zal voor een toerist misschien eventjes een foto op het plein opleveren of aan de bar een interessante topic zijn, maar heeft in werkelijkheid geen positieve invloed op de inspanningen van anderen om de toeristen hier binnen te krijgen en terug te laten komen.
Stanley Sidoel
Directeur Cultuur MINOW
Denki a tori, I love Su ma mi e trowe doti alla sey, of, I love Su en mi e hori en krin! Dit zijn twee varianten I love Su . Een jonge werkeloze man die in staat is om in de mooiste kleren op facebook te vragen hoe hij groenten gaat kopen voor zijn vrouw en kind moet ook in staat zijn om een foto te zetten van de groenten die hij zelf voor ze plant en verkoopt aan hotels of restaurants.  De hospitality begins at home, dat wil zegggen efu yu wani den toerist e kon baka , yu musu sorgu den e firi switi, efu yu wani a toerisme sektor e gro ini yu district yu musu denki fa yu e hori a tori krin anga switi. De regering kan nog zoveel willen maar als er niet wordt geinvesteerd in de goede producten zullen de inkomsten uitblijven.  Als de regering niet ondersteunend bijspringt om particuliere initiatieven bij te spijkeren en op internationaal nivo te brengen zal het lang duren voor Suriname daadwerkelijk als 'Gastvrije Top' lokatie bij de wereld toeristische gemeenschap te boek staat.
Bakaa Boto Sula
Suriname rivier
De tour operators, luchtvaartmaatschappijen en cruiseboot maatscappijen zijn net als hotels en andere logeergelegenheden afhankelijk van wat de klanten kiezen. Hoe ga je de toerist vertellen om van je land te genieten en in je land een leuke tijd door te maken als je niet gastvrij bent naar je eigen land toe , laat staan naar de bezoekende vreemdeling die enkele dagen hier vertoeft. De gedachte dat Surinamers niet genieten van hun eigen oerwoud klinkt vreemd maar is niet ver van de waarheid, want de meeste stadsbewoners gaan zelden of nooit het oerwoud in, anderen gaan nooit de stad uit. Toch is het oerwoud een van de plekken waar buitenlandse toeristen graag vertoeven als ze in Suriname zijn. Stel je voor de stadsbewoner ontmoet een toerist die vertelt hoe leuk het was in het binnenland en de stadsbewoner zegt ,' wie ik, ik ga nooit het binnenland in, ik ben bang voor het binnenland'. Dit is denkbeeldig maar niet ondenkbaar  in Suriname.

Moengo Magic
Tembe Arts Studio 
De nieuwe communicatie middelen, en het verbeterde wegennet in Suriname bieden mogelijkheden om met een gezonde hospitality attitude en vakkrachten een booming tourism industry te ontwikkelen die Suriname als groene , schone natie neerzet en bevoegd  toerisme personeel aan het werk zet om toeristen tevreden te stellen  zodat ze positieve verhalen vertellen bij thuiskomst en anderen inspireren om ook naar Suriname op vakantie te gaan. Gastvrijheid  wil niet zeggen dat je jezelf vergeet of doet alsof.
Pompelmoes
Misgunst Eco kamp Saramacca 
Gastvrijheid wil zeggen dat je weet waarom je de toerist geeft wat hij of zij vraagt ook al is het soms niet wat jij zou doen. Als de toerisme branche op Curacao weet dat er op dag x om vier uur een cruise schip binnen vaart met een paar duizend gasten,  komt het hele toerisme/hospitality apparaat in aktie en is het feest voor de bezoekers vanaf ze voet aan wal zetten tot vertrek. Eindstand; als de boot weg vaart met goede herinneringen is de toerisme werker goed beloond voor de inzet.
Ontevreden toeristen geven namelijk nooit iets extra. Suriname heeft zich extra ingezet in 2013 om toeristen uit de hele wereld te ontvangen tijdens CARIFESTA XI en de resultaten zijn er.  In het Fairaili  rapport over Toerisme in Saramacca staat het volgende;

'Carifestamaand augustus 2013 , in de periode tot en met september hebben maar liefst 182.402 toeristen ons land bezocht, oftewel een groei van 4.3% ten opzichte van 2012. Er werd een fikse daling bij de taditionele markten VS(5374 bezoekers, daling 10.0%), Canada (1325, -21,2%) en Europa (72.551, -7,7%) geregistreerd, maar in de overige landen was in de toestroom naar Suriname een groei van 16.4% merkbaar. 
  • In de onderzochte periode arriveerden maar liefst 103.152  buitenlanders uit overige gebiedsdelen in Suriname, wellicht voornamelijk afkomstig uit de directe Regio en Azie.'
Het hospitality gehalte van de Surinamer  zal in belangrijke mate mede bepalen hoeveel toeristen terugkeren naar ons land en hoe goed wij als toeristische bestemming te boek zullen staan. 

Martha Tjoe Nij