dinsdag 29 november 2016

Misgunst in Saramacca

Hoe zal het geweest zijn in 1811 voor de tot slaaf gemaakten, en hun   slavenhouders om te wonen op de Plantage Misgunst aan de Saramacca Rivier ? De namen van de 11 tot slaaf gemaakte mensen die in 1811 op Misgunst woonden en werkten zijn nog verborgen in het verleden. 

Johanna Muntz, de dochter van een hoge koloniale politie ambtenaar, wordt in de Surinaamse Almanac van 1811 vermeld als eigenaar van Plantage Misgunst. Wijert Beeldsnijder  en zijn uit Friesland afkomstige echtgenote Johanna Muntz hadden  goede banden met gouverneur Juriaan François  Friderici die in de periode 1797 -1801, 260 gronden aan de linker-  en rechter oever van de Saramacca Rivier liet verkavelen . Wijert kwam uit Curaçao waar de familie Beeldsnijder fortuin maakte met de distributie van tot slaaf gemaakte mensen naar plantages in het Caraibisch Gebied. Hij was in Suriname  directeur van Plantage Friderici's Gift aan de rechter oever van de Saramacca Rivier en bezat ook percelen in de Georgestraat in  wat nu bekend staat als het inheems dorp Columbia aan de Misgunstweg in Saramacca.  In Nederland waren leden van de familie  Beeldsnijder hoge ambtenaren in dienst van de Verenigde Oost Indische Compagnie en de West Indische Compagnie en als zodanig nauw  verbonden met de TransAtlantische slavenhandel en slavernij. Wijert's neef was gouverneur  Wolphert Beeldsnijder Matroos  die in Suriname bij de tot slaaf gemaakte Betje van Beeldsnijder een tweeling verwekt die de bron is van de familie Matroos in Suriname. Een van de nazaten van de tweeling is mijn overgrootvader Johan François Matroos. Hij was de zoon van  Helena Petronella Matroos, en de vader van mijn grootmoeder Antoinette Francoise Johanna Matroos.  Antoinette huwde met Hendrik Jan Tjoe Nij die in 1940 eigenaar wordt van 1/8 deel van de Plantage Misgunst in Saramacca. Wie anno 2016 richting Groningen rijdt vanaf Uitkijk komt links van de weg de Hendrik Jan Tjoe Nijweg tegen op Plantage Misgunst. Tijdens een kleine ceremonie in de 70-er jaren  van de vorige eeuw waarbij  zelfs een traan viel, onthulde mijn vader  Ferdinand Tjoe Nij   het eerste houten naambord van de weg die naar zijn vader Hendrik Jan Tjoe Nij is genoemd.   De weg geeft niet alleen  toegang tot bewoonde percelen maar ook  tot het Misgunst Jungle Pad dat speciaal is opengekapt  door de Stichting SOEKTSA om Eco toerisme te ontwikkelen op Misgunst. De avontuurlijke bezoeker van Plantage Misgunst kan nu onder begeleiding van een gids een wandeling maken op het Misgunst Jungle Pad en oog in oog komen met het regenwoud van Saramacca. De wandeling vertrekt vanaf Plantage Misgunst en duurt anderhalf tot twee uur. Het is intensief, glibberen, klimmen en kruipen over of onder takken als er omgevallen bomen liggen en je gaat in onbewoond gebied dus geen winkels on the road. Het is een wandeling voor fitte en gezonde mensen die van avontuur houden en niet bang zijn voor muskieten, slangen, spinnen en mieren en met een beetje geluk oog in oog komen te staan met apen, bosvarkens, tijger , miereneter en luiaard.. Sighting van loslopend wild is niet gegarandeerd. Door het hoge pure zuurstof gehalte kan je 'high' licht in het hoofd worden en een dag na de wandeling nog slaperig zijn. Het Misgunst Jungle Pad biedt bezoekers de kans het oerwoud van Saramacca van dichtbij te ervaren op nog geen uur rijden van Paramaribo. Afhankelijk van de wens van de bezoekers kan de wandeling korter zijn en gecombineerd worden met een bezoek aan een inheems dorp en Fort Groningen. Het SOEKTSA jungle Survival Camp pakket geeft de bezoekers de kans ook een nacht in de jungle te overnachten in een hangmat. Close encounter with nature in its rainforest purity is nog mogelijk in Saramacca op Misgunst. De bezoekers worden begeleid door een gids of survival trainer tijdens hun jungle walks. Van het pad dwalen kan ernstige verdwaling tot gevolg hebben voor toeristen die niet bekend zijn met het terrein. It ain't an ordinary walk in the park, it is an encounter with the rainforest. Ik vraag mij af of de witte eigenaren ooit gedurfd hebben om het regenwoud op Misgunst van dichtbij mee te maken. 
De inheemse Arowakken en Kalinya  die oorspronkelijk in Saramacca woonden kennen  het oerwoud goed en kunnen hun weg zonder hulp vinden. De moderne toerist zal onherroepelijk verdwalen zonder de hulp van lokale gidsen. 

Martha Tjoe Nij

maandag 18 juli 2016

Suriname adjusting to austerity measures


Suriname is adjusting to the new austerity measures which are part of the deal the Surinamese government made with the  International Monetary Fund to cope with the economic crisis which mainly affects the middle class families and the poor .
In a climate of uncertainty and daily price hikes in stores the population is confronted with newly imposed education fees for all levels of education on top of increased prices of electricity and water.
In an attempt to accommodate the lower income groups and the sick and elderly the government has implemented a distribution system to supply registered families or individuals with basic food packages.
Meanwhile  in increased criticism from opposition both in the ruling National Democratic Party and in oppositional political parties  in the National Assembly, the government  is asked to step up its efforts to curb corruption and criminality. 
Furthermore the recent  government decision to order the cessation of the legal proceedings against President Bouterse, fueled the  debate about he role of the judiciary in the context of an  independent  State,  Church and Judiciary and  has prompted the coalition party DOE to end its cooperation with the ruling National Democratic Party, It is unclear if  the minister of Natural resources  and energy who is affiliated to DOE  will step down too, since he was not ordered to step down by President Bouterse.  In a positive turn of events the austerity measures have triggered a sharp decline of energy usage and have made people more aware of their energy bills and their control over how much energy they use . This is not only positive for their electricity bills but also for the environment.
It can not be denied that efforts to diversify Suriname's  economic output are hampered by the austerity measures but  on the other hand    creativity  of  especially young Surinamese  has  not only increased regional cooperation but has also opened up new avenues for Suriname's creative industries. Also  tourism in Suriname is receiving more attention as economic source for recovery of our economy. Efforts are stepped up to upgrade the Surinamese tourism industry , especially for tourists who are looking for nature and  culture, which are both in abundance in Suriname. Meanwhile times are relatively hard for some and the rich are still getting richer , also in Suriname.

Martha Tjoe Nij
2016

maandag 4 juli 2016

Caribbean cultural cooperation

Suriname was center stage in terms of Caribbean integration when it hosted the 11th edition of the Caribbean Arts and Culture festival CARIFESTA in 2013.
These pictures are highlighting some of the special moments and people who made it all possible . Three years later the question remains how did our participation then,bcontribute to Suriname's regional integration and which cultural development did our hosting activities bring to Suriname?
Our financial weakness and lack of consistent cultural policy has unfortunately left Suriname with a mini personal representation in  last year's Haiti edition of the largest cultural event in the Caribbean. Positive impact of Carifesta in Suriname was the influx of tourists to our country of whom many had never heard of Suriname and were surprised by our cultural diversity and natural beauty.

The sad truth is that many Surinamese artists who had high hopes of selling their work and linking to regional networks have been left in the lurch and are facing the same routine at the ministry of Education where the same cultural elite is ruling the waves.
                           


Untroubled by any form of professional knowledge many cultural workers in the Caribbean adopt Eurocentric views of what cultural output should be, while lacking the skills to educate the budding artists and artisans on decolonization of the mind, to raise their professional level and contribute to an innovative trend which could also help artists profit from their work.
In this respect the recent cooperation between Surinamese and Guyanese young ICT specialists has opened up doors for creative talent
to show their skills and educate themselves
in such a way that the information and communication branche could be selfsupporting.
Regional cooperation can create
jobs for surinamese artists who are developing
a Surinamese style and want a piece of the pie
when it comes to animation and application production.
There must be a positive note in this respect because on the eve of the Caricom Heads of State gathering Suriname's president has  economic reform  and regional cooperation high on the agenda.  The question remains how the Surinamese arts and cultural wealth will be put to good use to the benefit of the artists who gave so much during Carifesta XI but seem to have been forgotten once the final ceremony ended on Independence square in Paramaribo.



Caribbean cultural cooperation

Suriname was center stage in terms of Caribbean integration when it hosted the 11th edition of the Caribbean Arts and Culture festival CARIFESTA in 2013.
These pictures are highlighting some of the special moments and people who made it all possible . Three years later the question remains how did our participation then,bcontribute to Suriname's regional integration and which cultural development did our hosting activities bring to Suriname?  Our financial weakness and lack of consistent cultural policy has unfortunately left Suriname with a mini personal representation in  last year's Haiti edition of the largest cultural event in the Caribbean. Positive impact of Carifesta in Suriname was the influx of tourists to our country of whom many had never heard of Suriname and were surprised by our cultural diversity and natural beauty. The sad truth is that many Surinamese artists who had high hopes of selling their work and linking to regional networks have been left in the lurch and are facing the same routine at the ministry of Education where the same cultural elite is ruling the waves.


Untroubled by any form of professional knowledge many cultural workers in the Caribbean adopt Eurocentric views of what cultural output should be, while lacking the skills to educate the budding artists and artisans on decolonization of the mind, to raise their professional level and contribute to an innovative trend which could also help artists profit from their work. In this respect the recent cooperation between Surinamese and Guyanese young ICT specialists has opened up doors for creative talent to show their skills and educate themselves in such a way that the information and communication branche could be selfsupporting. Regional cooperation can create  jobs for surinamese artists who are developing a Surinamese style and want a piece of the pie when it comes to animation and application production.
There must be a positive note in this respect because on the eve of the Caricom Heads of State gathering Suriname's president has  economic reform  and regional cooperation high on the agenda.  The question remains how the Surinamese arts and cultural wealth will be put to good use to the benefit of the artists who gave so much during Carifesta XI but seem to have been forgotten once the final ceremony ended on Independence square in Paramaribo.

maandag 20 juni 2016

FORKED TONGUE DIPLOMACY


Suriname can be considered one of the safest countries on the South American continent, working hard to maintain its independence, while International Monetary Fund specialists are reporting on our progress to restructure our economy amidst ongoing global economic crises. International isolation of Suriname has traditionally been the result of Dutch colonial policies which aimed at exploiting Surinamese natural and human resources and  at keeping the Surinamese people  unaware of  international developments towards ending slave trade, abolishing slavery, and National Independence. Unfortunately more recently  national and international efforts seem to have isolation of Suriname on top of their agenda, if not intentionally then certainly as a byproduct of political machinations.  Just as Suriname's government is stepping up efforts to widen the international scope of its activities, searching new  partners for cooperation and diversifying production and  export in the fields of agriculture,fisheries, mining, tourism and  trade, the Canadian government surprised friend and foe with a warning for Canadian nationals not to visit Suriname for 'safety' reasons. The immediate response of the Surinamese government illustrated the negative impact such a statement of a so-called 'friendly nation' can have on Suriname. A quick look at international charts and statistics concerning safe countries in the world puts Suriname close to Canada when it comes to safety, so what could have triggered this unexpected warning from Canada?
A keen observer of international political and economic developments in the world at large and South America in particular, must have noticed the impact of the devaluation of oil and gold prices on  the economies of Argentina, Brazil, Venezuela  Guyana and Suriname. The manipulation of oil and gold prices on the global markets  has heavily cut the economic revenues of these developing nations, causing Suriname to accept financial help from the International Monetary Fund under strict conditions. The loss of financial revenues and continued pressure from abroad on progressive political parties and policies has resulted in unprecedented food shortages in Venezuela, toppling of governments in Brazil and Argentina and now Canada wants the world to believe that Suriname and its neighbor Guyana are not safe to travel to.
In Suriname the opposition in parliament has repeatedly called for Desiree Bouterse's government  to step down and categorically refuses to  accept President Bouterse's invitation to step up efforts to unitedly tackle the economic problems the nation faces. In spite of Bouterse's clear cut victory during 2015 democratic elections, the so-called  "We Are Tired" activists in Suriname also echo the opposition's  demand  for the end of Bouterse's reign. The small group of activists seems to have ample foreign financial support (mainly from the Netherlands and USA) to carry out street protests and continued media attacks on  every effort the government undertakes to mobilize the  population towards  austerity and economic recovery programs.
The most recent legal developments have added fuel to the flames in Suriname's legal and judiciary circles because Suriname's military court decided to ignore the legal Amnesty  provisions for President Bouterse. The Military Court's decision to honor the demands of a select group of relatives of Bouterse's opponents  who died  during the December 8th,1982 events in Fort Zeelandia in Paramaribo, has paved the way to prosecute president Bouterse for his involvement in these events and has created a constitutional dilemma for the residing government. Can judges of the military court decide to sidestep the Amnesty law which was legalized by Suriname's national assembly? Will the government of Suriname deny the right of independent judges to interpret our national laws as they see fit? These questions  need answers  which  are part of Suriname's post independence, post revolution, legal , political and social climate in a  democracy which is searching for   innovation  after centuries of colonial domination and exploitation. 
Old map of Dutch plantations on the  Saramacca river. 
The continued flow of negative and subversive messages from a select group of  Surinamese about their own country and from foreigners about Suriname does not contribute in any way to improving Suriname's situation nationally and internationally. I am inclined to say that the negative output and continued pressure on the people of Suriname  is organized from abroad and has a definite anti-progressive agenda, geared at deliberately breaking the development policies in Suriname. The regional and national political and social unrest is part of a conscious policy to deprive  the peoples in this region of all programs of social equality and change. This aggressive policy is moving towards reinstalling traditional conservative pro western political puppets in former colonies with the typical fascist and racist characteristics we know too well in South America. One thing is definitely true, Canada is unsafe for its indigenous peoples who are murdered on a daily basis and whose lands are
confiscated by the State. 
The Dutch royalty used to hide in the 'safe haven' Canada during World War II till it was 'safe enough' for them to return to the people they had left to fight Nazi Germany. Today Canada has shoved Suriname on its own heap of unsafe nations but has not stopped the Canadian firm I AM GOLD which is mining the precious  gold ore in Suriname, from profiting from our natural resources. The double standards which the so called 'enlightened' western 'axis of power' applies when it comes to Suriname and Latin America, are illustrated by Canada's forked tongue diplomacy; Suriname is suposedly 'unsafe' but  Canada's I Am Gold multi national  can carry on extracting gold from Suriname. Eldorado is revisited in the 21st century  and Suriname is one of the nations in the famous Guyana basin whose gold  is coveted by Canadians this time. At the end of the day it is up to the people of Surname  to create a safe environment to live and thrive as a nation.    We can be sure that a country that is safe enough for a Canadian gold digger, must be safe enough for the rest of the world.


Any tourist should remember Suriname will always be safer than any Canadian metropole. I live in Suriname without fear and invite tourists to come and visit our peaceful country and enjoy the unspoilt natural beauty of Suriname.

Martha Tjoe Nij  June 20 - 2016


IK PLANT AL, JIJ TOCH OOK?


Het is voor veel Surinamers vanzelfsprekend  dat de seizoenen ons rijkelijk belonen met de lekkerste groenten en de lekkerste vruchten.

banaan, ananas, citroen  en papaya
homegrown tomaten en tayerblad



Surinaamse
 paprika in de kas te OS Kampong Baroe
De huidige regering heeft Surinamers uitgedaagd om verder te denken en zich in te zetten zodat wij als kleinste land van Zuid Amerika  een grote bijdrage kunnen leveren aan het voedsel dat in de regio wordt genuttigd. Produceren om te exporteren is het
verzoek.
Deze uitdaging is door mij aangenomen. Ik ben voor het eerst van mijn inmiddels 62 jaren begonnen met planten voor eigen gebruik.
Ik heb de stoute schoenen aangetrokken en heb de schop in de grond gestoken en mijn handen in de aarde en modder gezet. Omdat ik helemaal groen ben op het gebied van planten en hoegenaamd een leek ben op het gebied van bemesting en bestrijding van ongedierten en ziekten, heb ik mij aangemeld bij het ministerie van Landbouw Veeteelt en Visserij. Ik heb  de wekelijkse training Kassenteelt gevolgd . Deze training die de organisatie Women in Business en het ministerie van  LVV aanbieden is bedoeld om de aktieve landbouwers te scholen en stimuleren.
tomaten in de kas te OS Kampong Baroe

bloemkool in de kas te OS Kampong Baroe












Na drie maanden,waarin ik heb geleerd dat grondbewerking niet alleen zware maar ook dankbare arbeid is, heb ik nu een moestuintje waar de tomaten, oker, tayerblad, klaroen, gomma wiri, sjalotjes, pepers en soepgroente sneller groeien dan ik ooit voor mogelijk had gehouden. Hoewel ik mijn moestuin voor eigen gebruik heb ingericht is deze aktiviteit wel een introductie in het omgaan met aarde, bemesting, zaden, groei en bloei van de planten die in ons land met een beetje zorg uitstekend groeien. De uitdaging om te exporteren is voor de kleine landbouwer een grote opgave en vergt goede planning en de juiste kanalen naar afnemers en exporteurs.
Oker en klaroen uit eigen tuin in Saramacca
 groenten  verkoop in Paramaribo
Ik hoop nog veel te leren en nodig iedereen uit om de uitdaging aan te gaan en te leren planten, waarbij het vermijden van gifstoffen en schadelijke pesticiden een belangriijk aspect in de voedselketen is. Mijn plantjes zijn mijn trots en ik leer elke dag meer . Ik plant al, Jij toch ook?

Martha Tjoe Nij
 2016

maandag 13 juni 2016

ECHTE HELDEN ZIJN NOOIT MOE

Hoog oplopende druk op de plantage eigenaren zorgde in de 18de eeuw voor grote militaire operaties in Suriname om het steeds heviger wordende verzet van de Marrons de kop in te drukken.
De een na de andere plantage werd aangevallen en een met de dag groter wordende groep verliet de plantages om zich aan te sluiten bij het verzet in de bossen. De Marronstrijders zorgden ervoor dat de angst er goed inzat bij de plantage houders die met lede ogen moesten toezien hoe hun bezit in vlammen opging en hoe hun dwangarbeiders steeds meer oor kregen voor de roep om vrijheid vanuit de bossen .
Het verzet van de Marrons en Cariben en Arawakken  is in de Surinaamse historie de meest waardevolle strijd voor vrijheid geweest die geleid heeft tot meerdere vredesverdragen met de koloniale heersers en uiteindelijk resulteerde in afschaffing van het systeem van slavernij in Suriname. Het verzet van de Marrons en Cariben en Arawakken is ook het meest weggemoffelde historische gegeven in de psyche van de gemiddelde Surinamer die is opgevoed met wat in de Nederlandse geschiedenisboeken over onze strijders werd verteld.
In de 21ste eeuw koestert  het verzet tegen de regering zich  met de gedachte dat hun anti regerngs gezinde akties  gestoeld zijn op de eeuwenoude traditie van verzet van de Marrons en derhalve heldhaftig en juist zou zijn.
In werkelijkheid is de 'ik ben moe' oprisping, die goed gefinancierd en georganiseerd door het buitenland en  hoofdzakelijk het vertrek van de regering eist, een verlengstuk van het in Europa aanwezige verlangen om oude koloniale banden te herstellen. Dit verlangennaar herstel van de oude koloniale banden met Nederland, wordt vooral bij een kleine  elite gevoed door de wetenschap dat er dan wederom goed gebruik gemaakt kan worden van de in Suriname aanwezige natuurlijke hulpbronnen.
De tijden zijn veranderd en ook Suriname gaat gebukt onder de druk op de economische verhoudingen in binnen en buitenland, slecht of gebrekkig bestuur, voortdurende corruptie en steeds openlijkere roof van natuurlijke hulpbronnen door het wereldwijde Zionisme.
Het Joods Christelijk wereldbeeld van de 18de eeuwse plantage houder en koloniale bestuurder kenmerkte zich  door stricte segregatie en racisme. Met  de christen God in het vaandel  rechtvaardigde men  het behandelen van de zwarte tot slaaf gemaakte mensen als dieren en gratis arbeidskrachten.
Het valt niet te ontkennen dat de voortdurende roep  van gekozen parlementariers om activering van de anti-corruptie wet in ons land ook voor Suriname inhoudt dat het roer moet worden omgegooid en de graaiers ter verantwoording moeten worden geroepen. Het argument dat graaien vroeger gewoon was blijkt uit uitspraken als, 'pe yu e wroko ,drape yu mu nyan', 'winti way, lanti pay', en uit de dagelijkse praktijk van nepotisme en koop en verkoop van loyaliteit die in de economische en politieke wereld  nog steeds gangbaar is in het voordeel van de zogenoemde 1% elite.
De koloniale planters die in de periode van toenemend marron verzet en opstanden onder de dwangarbeiders op de plantages, zich verenigden en met hun prive legertjes en overheidssteun gewapend optraden tegen de aanvallen uit het bos  en op de plantages, hadden eigenbelang als motivatie.
Eigenlijk was de militaire macht van de plantage eigenaren en de koloniale overheid een onderdrukkingsleger dat alles wilde doen om te voorkomen dat het bezit dat tot dan toe schaamteloos werd vergaard, verloren zou gaan.
De marronstrijder was dus de 'schurk', terwijl de meedogenloze plantage eigenaren geprezen werden voor hun wrede slachtingen en publieke executies van aan de slavernij ontvluchtte mensen.
Het hedendaags 'ik ben moe' "verzet" is te vergelijken met de planters die met alle ter beschikking staande middelen terug wilden naar de tijd dat zij ongestoord en ongegeneerd hun macht konden uitoefenen.
In feite is de gemiddelde ondersteuner van de 'ik ben moe' activisten helemaal niet moe maar eerder boos omdat de veranderingen die zich in ons land en in de wereldeconomie voltrekken een duidelijke vemindering betekenen van hun eigen inkomsten. De bron van hun ongenoegen is het beleid van de regering die op basis van een democratisch gewonnen verkiezing meerderheid van stemmen heeft in het parlement en dus een ander beleid voorstaat dan de 'ik ben moe' financierder wenst.
 De volkswil zoals die in de democratie wordt gehanteerd is niet in lijn met de verlangens van de 'ik ben moe' activisten die het niet voor het zeggen hebben omdat hun politieke partijen zijn afgestraft door het kiezersvolk tijdens de laatste verkiezingen. Net als de koloniale planters destijds willen de 'ik ben moe' activisten  niet accepteren dat de tijd van ongestoord zakken vullen en gouden bergen verdienen over de ruggen van de onbetaalde arbeidskrachten voorbij is. De terechte eis voor vrijheid van de Marrons moest  toen gehonoreerd worden  en de enige oplossing voor de ontwikkeling van Suriname nu is niet aflatende inzet en eenheid met de meerderheid van Surinamers die niet moe, maar zeer aktief zijn en  niet willen dat hun land geherkoloniseerd wordt .
Het leidt geen twijfel dat corrupte elementen en naar herkolonisatie verlangende elementen in de surinaamse samenleving nog springlevend zijn en op basis van onze historie is dat ook niet zo vreemd.
Vier eeuwen  corrupte koloniale overheersing poets je niet in enkele decennia onafhankelijkheid weg.
De bekende Surinaamse wetenschapper professor Gloria Wekker heeft in haar recente publicatie opgeroepen om de "Witte Onschuld" nader onder te loupe te nemen, als wij verder willen gaan en gelijkheid en vrijheid zonder racisme willen bevorderen.
De Surinaamse bevolking is veerkrachtig en bereidt zich voor op nog zwaarder economisch weer waarbij de breedste schouders de zwaarste lasten moeten dragen. Surinamers kunnen niet moe worden omdat moe zijn geen optie is, niet voor onze voorouders die elke dag onder dwang hard werkten en niet voor onze hedendaagse vrije  gemeenschap die vooruitgang kiest en weet dat de bemanning van het schip pas na de storm kan rusten.
Aan de vooravond van herdenking van de  afschaffing van de slavernij is het goed te beseffen dat in onze regio reeds verregaande stappen zijn gezet naar herkolonisatie van de volkeren van Argentie, Brazilie en Venezuela, waar democratisch gekozen regeringen middels  door buitenland gefiancierde interventies ten val zijn gebracht. Ook in Suriname is met de komst van het IMF regime alle waakzaamheid geboden om te voorkomen dat het zogenaamde 'ik ben moe' fenomeen gebruikt wordt om onze democratisch gekozen regering ten val te brengen en de met grote moeite verkregen vrijheid weer ondergeschikt te maken aan de in Nederland broedende neo koloniale racistische uitbuiters klasse.
De Marrons , Arawakken en Cariben die verzet leverden waren de echte helden die nooit moe werden en systematisch hebben gestreden tot de onderdrukkers uit Nederland beseften dat er geen kolonie zou overblijven als zij geen gehoor gaven aan de eisen van de verzetsstrijders.
Laten wij niet de fout maken om de echte helden te verwarren met futu boi van in het buitenland zetelende aasgieren die niet moe worden van hun pogingen om de Surinaamse rijkdommen in hun bezit te krijgen en er niet vies van zijn om de 'ik ben moe' activisten voor hun karretje te spannen.

Martha Tjoe Nij
mit2016