Mooi gezegd maar met een geschiedenis die verdeeldheid en uitbuiting ten grondslag heeft gehad is het niet verwonderlijk dat juist de samenwerkingsopdracht een zeer moeilijke blijkt te zijn voor de Surinamer. Natuurlijk geldt dit niet alleen voor Surinamers, maar in feite wordt de beleving van Surinamer zijn pas sinds 1975 opnieuw gedefinieerd. Hoewel 'trots zijn op je land' hoog in het vaandel staat bij de meeste Surinamers lijkt de Surinaamse praktijk van klaagzangen, corruptie en kritieken anders uit te wijzen.
Natuurlijk is het niet alleen zwart wit en natuurlijk wordt er samengewerkt op vele nivo's anders was Suriname niet geklommen op de wereld ranglijst van landen waar honger en armoede met succes worden bestreden. Wie in Suriname goed oplet zal inderdaad niet kunnen ontkennen dat de vele bouw- aktiviteiten, toenemende productie en het groeiend aantal schoolgebouwen en opleidingsinstituten aangeven dat er wel degelijk ontwikkeling op gang is gebracht.
Wie zich verdiept in de Surinaamse realiteit in stad en district, zal niet kunnen ontkennen dat er in de meeste districten een inhaalslag gaande is op organisatorisch, bestuurlijk en economisch nivo. Het invulling geven aan de opdracht om samen te werken is niet alleen voor de verschillende ministeriele disciplines, maar ook regionaal in de verhouding tussen stad en district een levensgrote uitdaging voor de bewoners van ons land. We kunnen ook toegeven dat, hoewel ons land een geschiedenis van hard werken kent, wij nog steeds worstelen met de last van de koloniale verdeel en heers erfenis die ons afhankelijk hield van Nederland.
Wanneer de Surinaamse inheemse arbeider , de afrikaanse academicus, de hindoestaanse landbouwer, de creoolse verpleegster, de javaanse kunstenaar en de chinese winkelier de opdracht krijgen van hun partijleiders om samen te werken om vrije en geheime verkiezingen te organiseren, kunnen ze dat heel goed. Dit betekent niet dat de verdeeldheid op grond van ras en religie niet aantoonbaar storend tot uiting kan komen. Integendeel blijkt bij de samenwerking dat botsingen tussen traditioneel gescheiden bevolkingsgroepen tot de dag van vandaag merkbaar zijn. Toch is elke Surinamer anno 2015 zich ervan bewust dat samenwerking de enige optie is voor de tot standkoming van welvaart en ontwikkeling in ons geliefd land.
Wie zich verdiept in de Surinaamse realiteit in stad en district, zal niet kunnen ontkennen dat er in de meeste districten een inhaalslag gaande is op organisatorisch, bestuurlijk en economisch nivo. Het invulling geven aan de opdracht om samen te werken is niet alleen voor de verschillende ministeriele disciplines, maar ook regionaal in de verhouding tussen stad en district een levensgrote uitdaging voor de bewoners van ons land. We kunnen ook toegeven dat, hoewel ons land een geschiedenis van hard werken kent, wij nog steeds worstelen met de last van de koloniale verdeel en heers erfenis die ons afhankelijk hield van Nederland.
Wanneer de Surinaamse inheemse arbeider , de afrikaanse academicus, de hindoestaanse landbouwer, de creoolse verpleegster, de javaanse kunstenaar en de chinese winkelier de opdracht krijgen van hun partijleiders om samen te werken om vrije en geheime verkiezingen te organiseren, kunnen ze dat heel goed. Dit betekent niet dat de verdeeldheid op grond van ras en religie niet aantoonbaar storend tot uiting kan komen. Integendeel blijkt bij de samenwerking dat botsingen tussen traditioneel gescheiden bevolkingsgroepen tot de dag van vandaag merkbaar zijn. Toch is elke Surinamer anno 2015 zich ervan bewust dat samenwerking de enige optie is voor de tot standkoming van welvaart en ontwikkeling in ons geliefd land.
Samenwerking veronderstelt het vermogen om onderscheid te maken tussen het 'ons' en 'wij' gevoel en dit te laten overheersen boven het 'ik' en 'zij' gevoel.
De traditionele Surinaamse 'zij in Holland' en 'wij in Suriname' focus krijgt steeds meer een 'zij in Suriname' en 'wij in Holland' invalshoek voor vele duizenden Nederlandse burgers met Surinaamse roots die zich identificeren als Surinamers in de Diaspora. Het valt niet langer te ontkennen dat behalve de door de Nederlandse overheid als 'ongewenste vreemdeling" aangemerkte Surinaamse repatrianten, ook steeds grotere aantallen Nederlander van Surinaamse komaf remigreren naar hun geboorteland, na jarenlang verblijf in Nederland.
De exodus uit Suriname van jonge en opgeleide arbeidskrachten in de zeventiger ,tachtiger en negentiger jaren van de vorige eeuw, heeft een groot gat geslagen in de Surinaamse bevolkingssamenstelling. Anno 2015 zien wij dat het gat tussen de jonge en oudere Surinamer weliswaar niet helemaal gedicht is, maar niet langer verlammend werkt op de economische ontwikkeling. De opgeleide oudere repatriant uit Nederland die zich weer heeft gevestigd in Suriname, merkt dat er een nieuwe Surinaamse generatie jonge arbeiders, wetenschappers, verpleegkundigen, landbouwers, kunstenaars en winkeliers is die haar plek opeist en intussen geleerd heeft om samenwerking als positief te ervaren.
Vanuit een koloniaal perspectief nam men vroeger aan dat de Surinamer uit de Diaspora beter in staat zou zijn de Surinaamse problemen op te lossen. Nu blijkt steeds meer dat wie de kennis van de lokale situatie ontbeert, grote moeite zal hebben om samen te werken en te voldoen aan lokale behoeften op basis van lokale inzichten. De oplossingen voor ontwikkeling in Suriname komen van de lokale bevolking die samenwerking door vallen en opstaan heeft eigen gemaakt.
De opdracht om samen te werken om ontwikkeling tot stand te brengen veronderstelt besef dat samenwerken geven en nemen is op basis van gelijkheid en op basis van kennis en inzicht in de te bereiken doelen. Surinamers zullen onze toekomst veilig stellen door inzicht in onze werkelijkheid te vertalen in projecten, plannen en systematische realisatie van gemeenschappelijke doelen. Zonder samenwerking is dit een onmogelijke opgave. Wanneer er sprake is van samenwerking is niets onmogelijk, integendeel blijkt meer gerealiseerd te worden dan men ooit voor mogelijk hield in Suriname.
De traditionele Surinaamse 'zij in Holland' en 'wij in Suriname' focus krijgt steeds meer een 'zij in Suriname' en 'wij in Holland' invalshoek voor vele duizenden Nederlandse burgers met Surinaamse roots die zich identificeren als Surinamers in de Diaspora. Het valt niet langer te ontkennen dat behalve de door de Nederlandse overheid als 'ongewenste vreemdeling" aangemerkte Surinaamse repatrianten, ook steeds grotere aantallen Nederlander van Surinaamse komaf remigreren naar hun geboorteland, na jarenlang verblijf in Nederland.
De exodus uit Suriname van jonge en opgeleide arbeidskrachten in de zeventiger ,tachtiger en negentiger jaren van de vorige eeuw, heeft een groot gat geslagen in de Surinaamse bevolkingssamenstelling. Anno 2015 zien wij dat het gat tussen de jonge en oudere Surinamer weliswaar niet helemaal gedicht is, maar niet langer verlammend werkt op de economische ontwikkeling. De opgeleide oudere repatriant uit Nederland die zich weer heeft gevestigd in Suriname, merkt dat er een nieuwe Surinaamse generatie jonge arbeiders, wetenschappers, verpleegkundigen, landbouwers, kunstenaars en winkeliers is die haar plek opeist en intussen geleerd heeft om samenwerking als positief te ervaren.
Vanuit een koloniaal perspectief nam men vroeger aan dat de Surinamer uit de Diaspora beter in staat zou zijn de Surinaamse problemen op te lossen. Nu blijkt steeds meer dat wie de kennis van de lokale situatie ontbeert, grote moeite zal hebben om samen te werken en te voldoen aan lokale behoeften op basis van lokale inzichten. De oplossingen voor ontwikkeling in Suriname komen van de lokale bevolking die samenwerking door vallen en opstaan heeft eigen gemaakt.
De opdracht om samen te werken om ontwikkeling tot stand te brengen veronderstelt besef dat samenwerken geven en nemen is op basis van gelijkheid en op basis van kennis en inzicht in de te bereiken doelen. Surinamers zullen onze toekomst veilig stellen door inzicht in onze werkelijkheid te vertalen in projecten, plannen en systematische realisatie van gemeenschappelijke doelen. Zonder samenwerking is dit een onmogelijke opgave. Wanneer er sprake is van samenwerking is niets onmogelijk, integendeel blijkt meer gerealiseerd te worden dan men ooit voor mogelijk hield in Suriname.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten