zondag 19 juli 2015

RELIGIE EN SLAVERNIJ VERLEDEN

Het verlangen om het slavernijverleden achter ons te laten en grote stappen voorwaarts te maken is groot in de hoofden en harten van vele Surinamers die zich niet langer willen laten ophouden door onverwerkt slavernijverleden.
'Genoeg is er gezegd en genoeg geschreven', is vaak het argument waarmee de 'laat het maar' generatie zich afzet tegen mensen zoals ik, die niet diep genoeg kunnen wroeten en graven in de periode van slavernij welke zo bepalend is geweest voor de vorming van de moderne Surinamer vandaag de dag.
Ik schrijf dus en onderzoek nog steeds, elke dag. Het slavernijverleden, met name het onverwerkte slavernijverleden, zit in onze genen, omringd ons thuis, op de werkvloer, op school, op straat en ook in onze verlangens.
De  recente botsing tussen het Assembleelid  van Suriname Ronald Hooghart
, die Anana in de mond neemt om dank uit te brengen aan de allerhoogste,  en  religieus voorganger   bischop Steve Meye
die zich baseert op door het Christendom voorgeschreven  vormen van aanbidding, heeft alles te maken met slavernij verleden.
Voor er ooit een Christen voet op Amerikaanse bodem zette was het Tamusi , die het goddelijk firmament voor de bewoners van ons land beheerste. Nadat het Christendom  zich triomferend verbond aan de ecnomische voordelen van slavernij in Europa en bloeddorstig huishield onder Joden, Moslims en Protestanten  werd Suriname geteisterd door meedogenloze Joods/Christen prediking die altijd gericht was op het in stand houden  van de ongelijke machtsverhoudingen tussen de tot slaaf gemaakte dwangarbeiders en hun  witte eigenaren. Immers prediking was gericht op economisch voordeel voor de witten en men werd wijsgemaakt dat het ook nog eens God's wil was.
De joodse en christelijke kerken hebben in de slavernij geschiedenis van Suriname nooit gekozen voor het omver werpen van de macht van de minderheid, maar zich altijd gevoegd naar de  machthebbers.
Menig godvrezende dominee die het woord van God kwam verspreiden onder de Surinaase plantage bewoners, bleek al snel de meer dan hebzuchtige, losbandige slavenhouder te worden met God's woord als dekmantel en wapen.
De verbinding tussen gereformeerde kerk, katholieke kerk en Joodse kerk in de periode van slavernij was voornamelijk het in stand houden van de witte overheersing in de kolonie die gericht was op economisch voordeel voor enkelen en economische exploitatie van de meerderheid van ons volk.
De kennis van het moslim geloof die door de  geimporteerde tot slaaf gemaakte Afrikanen naar Amerika werd gebracht en de kennis van het traditioneel geloof van de Afrikaanse en Inheemse bewoners van ons land werd niet alleen als duivels maar vooral als bedreigend voor de witte en gekleurde 'status quo' ervaren en is eeuwen lang met harde meedogenloze Christen en Joodse hand onderdrukt.
Het is interessant om nu twee notabelen uit onze samenleving met Afrikaanse roots, met elkaar overhoop te zien liggen over geloof, omdat dit precies het gedrag is dat het godsdienst onderwijs in Suriname beoogde ten tijde van slavernij.
De kennis die de Afrikaanse inwoners hadden moest vooral tot minderwaardig en onjuist worden aangemerkt zodat het zonder blikken of blozen vervangen kon worden door de interpretaties van wereld en hemel  zoals die in de Joods/Christelijke wereldvisie tot uiting komen.
Het 'verdeel en heers' principe werd met man en macht in stand gehouden door de koloniale wetgevers en hun ambtenaren, zodat volgelingen  van de hindu, de moslim, de christen en de inheemse en Afrikaanse traditionele geloofsovertuigingen geen verbond konden sluiten tegen de machthebbers.
Het onderlinge wantrouwen en geinstitutionaliseerd vertrappen van alles wat de Afrikaanse dwangarbeider als waardevol en zinvol zag, werkt tot vandaag door in onze onderlinge relaties hetzij bewust of onbewust. Ons slavernij verleden omringd ons, ook al benoemen wij het niet, ons slavernij verleden wurgt ons als wij het niet benomen en herschrijven. Het onderzoeken , herschrijven en benoemen van ons slavernij verleden is noodzakelijk  zodat over enkele decennia Anana, Jaweh, Allah, Tamusi, Budha , Shiva, Jehova, en alle andere godheden die door Surinamers aanbeden worden in alle vrijheid recht van bestaan hebben en verrijking van ons volk kunnen bewerkstelligen.
Wetend dat deze laatste uitspraak voor sommige Surinamers heel wat bruggen te ver is gezien de huidige staat van geloofs fragmentering in Suriname, noteer ik het toch om de illusie dat wij het slavernijverleden achter ons hebben gelaten in een breder, toekomst gericht perspektief te plaatsen. Het instituut Kerk , de religie, het geloof en de dagelijkse verhoudingen tussen burgers en de staat zijn allemaal verbonden aan economische verhoudingen hoe je het ook wendt of keert.  Precies zoals de voorvechter voor oorlog verdient aan wapenhandel, zijn religieuze oorlogen bedoeld om de religieuze machthebbers te kunnen laten profiteren van de economische en politieke voordelen verbonden aan hun religieuze praktijk.

maandag 13 juli 2015

CHANGING OF THE GUARDS

In a special session  the Surinamese National Assembly today  reelected President Desiree .D. Bouterse  for a second term of five years as President of the Republic of Suriname. It is the first time in Suriname's revolutionary history that a president has been unanimously  reelected for a second term as Head of State.
president D.D. Bouterse
 
The Surinamese nation will have a new government soon and president Bouterse and vice president Adhin will have to put their shoulders under the mammoth task of steering the Surinamese economy out of the danger zone . Michael Adhin  who is the youngest vice president to ever be elected in Suriname's parliament has pledged to focus on efficiency and cost effective management of national affairs.
vice-president M.A. Adhin
In view of the recent unrest in Greece and the European Union as a result of exploitative austerity cuts it is to be expected that all eyes will be on Suriname's to be appointed  minister of economic affairs. The further the elections sink into a not so distant past, politicians and political parties tend to forget all the lofty promises made during the election campaign. It is a matter of vigilance and expertise of Surinamese financial and economic scholars and politicians, to prevent corruption and exploitation from laying the biggest austerity burdens on the shoulders of the poor and vulnerable.
In the coming months the new approach will have to materialize in economic advantage for the majority of the Surinamese entrepreneurs and workers. It will be interesting to see if and how foreign investors will  be affecting local business initiatives positively. The campaigns to improve and increase production output can be a collective effort if the people feel the gains of the sacrifice of austerity are evenly or at least  honestly spread over the various sections of the workforce. In view of recent incidents involving blatantly corrupt practices of  officials, a new approach will  have to be judged on its ability to curb corruption and prevent exploitative practices.
    Presidential Palace in capital Paramaribo has a new freeze with the national code of arms.
    
Perhaps the recent removal of the old colonial code of arms from the presidential palace and its replacement by the national Surinamese code of arms will also result in removal of open and covert corruption in Surinamese society.
removed colonial code of Arms with symbols of the city of Amsterdam

The city of Amsterdam in the Netherlands used to own the colony Suriname in the 17th,18th and    19th century and excelled in exploitation of indigenous and imported African inhabitants.                 Their unpaid labor contributed to the accumulation of wealth in Europe. The 'golden age' of the Netherlands was characterized by exploitation, corrupted politics, slave trade and slavery in the Dutch colonies including Suriname.






                                                  National code of Arms of the Republic of Suriname
It is to be hoped that the newly installed indigenous guards on the Presidential Palace facade will be able to symbolically guard the nation from economic downfall and will inspire the population to work          hard to raise the standard of living for all.
Unfortunately prices of vegetables and other commodities are skyrocketing and although the continued heavy rains and subsequent floods  could be blamed for loss of crops, the government will have to put its foot down to prevent out of control rise of the cost of living. The changing of the guards with new ministers and a new National Assembly, needs to ensure that the promises are kept and every action which could undermine all good intentions of change and progress must be prevented or curbed.

maandag 6 juli 2015

Stuck in the mud

Het weekend liep ten einde en de groep Surinaamse toeristen kon elk moment arriveren op plantage Misgunst aan de H. J. Tjoe Nij weg in Saramacca, waar een ongekende hoeveelheid water uit de hemel viel, die binnen no time het gereedstaande kamp Ferdi onder water liet lopen.

    Kamp Ferdi,wolken reflectie in het water op de grond


De Tipi met smeulend houtvuur en mooi geharkte zandvloer was gereed voor ontvangst, maar de harde wind woei de vette regendruppels tot onder de gallerij en het zand zoog alle vocht op alsof het dorst had gekregen van de stralende zon eerder op de dag. Daar kwam de auto van tour orga Chantal gevolgd door een glanzende airco bus al  het erf van plantage Misgunst opgereden nu de regendruppels harder en harder neerstroomden.
Het gezicht van de reisleidster was vriendelijk maar zorgelijk, eigenlijk wilde ze direct weer weggaan.  De buschauffeur draaide zijn raampje voorzichtig open alsof hij wilde horen ' ie kan draai baka' maar mijn stralende uitnodigende lach zorgde ervoor dat hij zo dicht mogelijk bij de Tipi stopte. De ene na de andere zorgelijk kijkende toerist stapte uit en liep door de regen naar de Tipi. Drie bleven in de bus 'we willen niet nat worden' !
Een dame durfde het eerst niet aan om met haar delicate sandaaltjes door het zompige gras te waden, maar toen de schoenen uitgingen stapte zij op blote voeten door de regenplassen .

In de Tipi terwijl de regen onophoudelijk valt 
Daar stonden ze dan in een kring in de Tipi elkaar  de  hand vasthoudend terwijl  regendruppels keihard neervielen op het dak van bladeren van de Pina palm.
Het was niet het uitstapje dat men gepland had; relaxen , wandeling naar het bospad en vrij en blij van de ruimte op boyti genieten.



                                                
ondanks de buien toch gelachen


De gezichten werden langzaam vrolijker naarmate de informatie over de stichting SOEKTSA, het jungle survival camp en de geschiedenis van plantage Misgunst, de regen deden vergeten. Rook van het klein houtvuurtje steeg op, we waren droog en de groep kwam los toen de kruiwagen met kokosnoten werd binnen gereden.

                         de  buschauffeur was expert kokosnoten kappen
Het uur was ondanks de regen snel voorbij en na  een korte feed back ronde die in het algemeen positief was werd de drang om naar buiten te lopen niet langer onderdrukt en ging men snel weer  in de bus 
Time to say goodbye en weg wezen naar huis, naar voedsel, want na drie dagen sap dieet had iedereen razende honger.                                                                                                                                          Dus dat had je gedacht, de natte graszoden lieten de wielen van de bus niet los.


Reisleidster Chantal kijkt zorgelijk.
THE BUS IS STUCK  IN THE MUD.
 Iedereen uitstappen, ook de dames die niet nat wilden worden. 


Daar stonden we dan , gelukkig hield de regen op. Planken onder de wielen hielp niet,
samen duwen ook niet. Opa's   sleep kabel en trek auto hadden ook niet het gewenste resultaat.



















De bus was en bleef stuck in the mud .
De dames lieten niets de pret meer drukken en sloegen de pogingen om de bus vlot te trekken geamuseerd gade. Het werd opa allemaal te veel toen hij de buschauffeur met een schop achter de wielen  gaten zag maken in  zijn jarenlang zorgvuldig gemaaide gazon.
Hij besloot hulp in te roepen. Reddende engel was buurman Wim die met een krachtige 4wheel drive manoeuvre de bus uit de modder trok.Weer instappen, nog even zwaaien en snel naar huis.



Het gehavende grasveld herinnert aan de 
Surinaamse toeristen die zich niet door regen en modder uit het veld lieten slaan en bij het vertrek toezegden zeker terug te zullen komen met mooi weer.












woensdag 1 juli 2015

Voorouders die in slavernij leefden herdacht


De herdenking van de formele afschaffing van de slavernij in Suriname op 1 juli 1863 is een nationale  feestdag. Het herdenken en eer betonen aan de in slavernij geboren en getogen voorouders brengt mijn 
bet overgroot moeder in zevende lijn op de voorgrond. Op 31 maart 1803 werd manumissie aangevraagd voor mijn bet-overgrootmoeder Aminha van Jk. de la Parra geboren ca 1752 overleden 1817 .   
Zestig jaar voor de afschaffing van slavernij in Suriname werd aan haar manumissie verleend. 
Zij is mijn voorouder via de vaderlijn van mijn moeder Carmen Agnes Dunker, gehuwd Tjoe Nij. Mijn grootvader Aloysius Dunker was de zoon van Carolina Wijngaarde en achterkleinzoon  van Abraham Wijngaarde, de zoon van Amina van Izaak de la Parra. 



ADVERTISSEMENTEN.

Alzo aan den Hove van Politie en Crimineele Justitie deezer Colonie van Suriname,
de volgende Persoonen, by requeste hun hebben geadresseerd,
en ten behoeven der natenoemende Slaaven verzogt Brieven van Vrydom, als:
[...]
Jk. de la PARRA, voor de hem aankomende Negerin genaamd ANINNA.
[...]
ZOO IS HET, dat een ieder die eenig recht of Pretentie op gemelde Slaaven of Slavinnen zoud vermeenen te hebben;
bij deze geadverteerd worde dezelfs sustenuen, tusschen deeze geëindigde en de aanstaande sessie van Mey eerstkomende, ter Secretary alhier behoorlyk op te geven,
zullende by faute van dien, op de verzoeken der Supplianten werden gedisponeerd, als bevonden zal worden te behooren.

Paramaribo den 31 Maart 1803.
(Onderstond)
Ter Ordonaantie van den Hove.
(Was getekend)
N. O. ARLAUD.

[ Bron: Surinaamsche Courant en Algemeene Nieuwstydingen. / Vrydag den 15 April 1803. / No. 83. ]

Vele uit Europa geronselde soldaten zochten in de 18de eeuw hun fortuin in Suriname als blank officier , plantage direkteur of koloniaal ambtenaar . De Duitser Johan Frederik Betten was zeer succesvol als militair, plantage direkteur en slavenhouder in dienst van de Koloniale Machthebbers. Belast met het uitkeren van de zogenoemde uitkeringsgelden aan de eigenaren van tot slaaf gemaakte mensen had Johan Frederik Betten de taak de in slavernij levende mannen , kinderen en vrouwen te beoordelen,taxeren,kopen of verkopen. Was onder meer gehuwd met Carolina van Betten die via de Dunker familie als voorouder te boek staat.


De slavenhalers,  slavenmarkten, de rechtszaken tussen slavenhouders en de klachten van tot slaaf gemaakte mensen en de dagelijkse arbeid van de slavenmacht op de plantages vormden de ruggegraat van de koloniale dagelijkse werkelijkheid. 
De handel in mensen (slavenhandel) import dwangarbeid (slavernij)  productie, export  koffie,suiker, cacao,hout en indigo verrijkten de koloniale machthebbers.

Juriaan F. Friderici's 1751 -1812  kwam uit Zuid Afrika naar Suriname maakte hier carrière als militair en werd later gouverneur. Hij is verantwoordelijk voor de verkaveling van gronden aan de Saramacca rivier.
Als in 1770- Francois Cornelis van Aerssen zijn aandeel in de societeit van Suriname  aan de stad Amsterdam verkoopt krijgen nieuwe planters op grote schaal  krediet.

1772-korps vrije negers opgericht vanwege gebrek aan witte soldaten.

1781 Jurriaan de Friderici leider van het korps vrije negers
1782- Jurriaan de Friderici trouwt met Sofia Bake.

 Mijn bet-overgrootmoeder Christina Cummingsborg was 11 jaar toen de slavernij werd afgeschaft .  Mijn vader Ferdinand Hendrik Petrus Tjoe Nij vertelde mij hoe hij als jongetje bij haar dochter, Jansje Won Man geboren Cummingsborg, logeerde, wanneer hij bij zijn grootmoeder ouwma Jansje op bezoek was in Paramaribo.
Jansje was de moeder mijn grootmoeder  Antoinette Francoise Johanna Matroos, gehuwd Tjoe Nij.
De suiker plantage Catharina Sofia was  in 1852 de geboorteplaats van mijn bet overgrootmoeder van vader's kant. Christina Cummingsborg woonde en werkte op de suikerplantage die genoemd werd naar de echtgenote van Jurriaan de Friderici.
Manumissie werd verleend aan Christina Louisa Cummingsborg op 1 juli 1863
(bron: Gahetna.nl Suriname en Nederlandse Antillen: Vrijverklaarde slaven (Emancipatie 1863),

Voornaam Christina Louisa

Achternaam Cummingsborg
Slavennaam Christina
Geslacht vrouw
Leeftijd 11 
geboren 1852
Beroep -
Godsdienst -
Plaats plantage Catharina Sophia
Verblijfplaats Catharina Sophia
Provincie plantage Beneden Saramacca

In 1792  werd Jurriaan de Friderici gouverneur van Suriname
1791-1812 - grootschalige uitgifte van percelen aan de Saramacca rivier onder gouverneur Friderici.
1795- ontbinding sociëteit van Suriname in naam van de Bataafsche Republiek

De eerste uitgifte van terreinen in het district Saramacca had omstreeks 1795 plaats onder Gouverneur De Friderici. Het melaatschen-etablissement „Voorzorg" werd in verband met den toenemenden landbouw in 1823 opgeheven en na weinige jaren bevonden zich tusschen Kent en La Ressource 125 plantages met eene bevolking van 3000 zielen. Tengevolge van de dalende koffieprijzen legde men zich meer toe op aanplant van suiker. Op den aanvankelijken voorspoed volgde een finantieelongunstigen tijd, waardoor in 1825 reeds vele plantages weder waren verlaten. Om hieraan tegemoet te komen werd in 1828 door het Bestuur opgericht de Particuliere West-Indische Bank met het doel om den landbouw te bevorderen door het in voorschot geven van gelden aan planters ten einde op hunne suikerplantages stoomwerktuigen te kunnen invoeren. (bron: Almanac van Suriname)


foto: De nieuwe weg tussen Groningen en Hamburg in Saramacca aan de linkeroever van de Saramacca rivier, is aangelegd op 
de oude communicatie dam die  de plantages met elkaar verbond.


Ook werd door het Gouvernement op Voorzorg eene suikerplantage aangelegd, waarvan de baten zouden zijn voor genoemde Bank en waar de van prijs gemaakte slavenschepen afkomstige negers als vrije arbeiders werden te werk gesteld. Op 1 Januari 1831 waren op deze plantage 290 slaven werkzaam. De werking der Bank had eene nieuwe periode van bloei ten gevolge, voornamelijk voor de suikerplantages, maar ook koffie en katoenbouw werden met succes uitgeoefend. Door onvoorzichtige beleeningen kwam de Bank evenwel in zulke ongunstige omstandigheden dat in 1830 het doen van meerdere beleggingen door het Gouvernement moest worden verboden; hierdoor moest de plantagebouw worden opgegeven. Ook de groote Gouvernements plantage «Voorzorg" moest nu weldra worden verlaten; dit ook op aandrang van de kolonisten, die dit vereenigingspunt der zoogenaamde vrije gouvernements arbeiders gevaarlijk vonden.
(bron: Almanac van Suriname)