Hoog oplopende druk op de plantage eigenaren zorgde in de 18de eeuw voor grote militaire operaties in Suriname om het steeds heviger wordende verzet van de Marrons de kop in te drukken.
De een na de andere plantage werd aangevallen en een met de dag groter wordende groep verliet de plantages om zich aan te sluiten bij het verzet in de bossen. De Marronstrijders zorgden ervoor dat de angst er goed inzat bij de plantage houders die met lede ogen moesten toezien hoe hun bezit in vlammen opging en hoe hun dwangarbeiders steeds meer oor kregen voor de roep om vrijheid vanuit de bossen .
Het verzet van de Marrons en Cariben en Arawakken is in de Surinaamse historie de meest waardevolle strijd voor vrijheid geweest die geleid heeft tot meerdere vredesverdragen met de koloniale heersers en uiteindelijk resulteerde in afschaffing van het systeem van slavernij in Suriname. Het verzet van de Marrons en Cariben en Arawakken is ook het meest weggemoffelde historische gegeven in de psyche van de gemiddelde Surinamer die is opgevoed met wat in de Nederlandse geschiedenisboeken over onze strijders werd verteld.
In de 21ste eeuw koestert het verzet tegen de regering zich met de gedachte dat hun anti regerngs gezinde akties gestoeld zijn op de eeuwenoude traditie van verzet van de Marrons en derhalve heldhaftig en juist zou zijn.
In werkelijkheid is de 'ik ben moe' oprisping, die goed gefinancierd en georganiseerd door het buitenland en hoofdzakelijk het vertrek van de regering eist, een verlengstuk van het in Europa aanwezige verlangen om oude koloniale banden te herstellen. Dit verlangennaar herstel van de oude koloniale banden met Nederland, wordt vooral bij een kleine elite gevoed door de wetenschap dat er dan wederom goed gebruik gemaakt kan worden van de in Suriname aanwezige natuurlijke hulpbronnen.
De tijden zijn veranderd en ook Suriname gaat gebukt onder de druk op de economische verhoudingen in binnen en buitenland, slecht of gebrekkig bestuur, voortdurende corruptie en steeds openlijkere roof van natuurlijke hulpbronnen door het wereldwijde Zionisme.
Het Joods Christelijk wereldbeeld van de 18de eeuwse plantage houder en koloniale bestuurder kenmerkte zich door stricte segregatie en racisme. Met de christen God in het vaandel rechtvaardigde men het behandelen van de zwarte tot slaaf gemaakte mensen als dieren en gratis arbeidskrachten.
Het valt niet te ontkennen dat de voortdurende roep van gekozen parlementariers om activering van de anti-corruptie wet in ons land ook voor Suriname inhoudt dat het roer moet worden omgegooid en de graaiers ter verantwoording moeten worden geroepen. Het argument dat graaien vroeger gewoon was blijkt uit uitspraken als, 'pe yu e wroko ,drape yu mu nyan', 'winti way, lanti pay', en uit de dagelijkse praktijk van nepotisme en koop en verkoop van loyaliteit die in de economische en politieke wereld nog steeds gangbaar is in het voordeel van de zogenoemde 1% elite.
De koloniale planters die in de periode van toenemend marron verzet en opstanden onder de dwangarbeiders op de plantages, zich verenigden en met hun prive legertjes en overheidssteun gewapend optraden tegen de aanvallen uit het bos en op de plantages, hadden eigenbelang als motivatie.
Eigenlijk was de militaire macht van de plantage eigenaren en de koloniale overheid een onderdrukkingsleger dat alles wilde doen om te voorkomen dat het bezit dat tot dan toe schaamteloos werd vergaard, verloren zou gaan.
De marronstrijder was dus de 'schurk', terwijl de meedogenloze plantage eigenaren geprezen werden voor hun wrede slachtingen en publieke executies van aan de slavernij ontvluchtte mensen.
Het hedendaags 'ik ben moe' "verzet" is te vergelijken met de planters die met alle ter beschikking staande middelen terug wilden naar de tijd dat zij ongestoord en ongegeneerd hun macht konden uitoefenen.
In feite is de gemiddelde ondersteuner van de 'ik ben moe' activisten helemaal niet moe maar eerder boos omdat de veranderingen die zich in ons land en in de wereldeconomie voltrekken een duidelijke vemindering betekenen van hun eigen inkomsten. De bron van hun ongenoegen is het beleid van de regering die op basis van een democratisch gewonnen verkiezing meerderheid van stemmen heeft in het parlement en dus een ander beleid voorstaat dan de 'ik ben moe' financierder wenst.
De volkswil zoals die in de democratie wordt gehanteerd is niet in lijn met de verlangens van de 'ik ben moe' activisten die het niet voor het zeggen hebben omdat hun politieke partijen zijn afgestraft door het kiezersvolk tijdens de laatste verkiezingen. Net als de koloniale planters destijds willen de 'ik ben moe' activisten niet accepteren dat de tijd van ongestoord zakken vullen en gouden bergen verdienen over de ruggen van de onbetaalde arbeidskrachten voorbij is. De terechte eis voor vrijheid van de Marrons moest toen gehonoreerd worden en de enige oplossing voor de ontwikkeling van Suriname nu is niet aflatende inzet en eenheid met de meerderheid van Surinamers die niet moe, maar zeer aktief zijn en niet willen dat hun land geherkoloniseerd wordt .
Het leidt geen twijfel dat corrupte elementen en naar herkolonisatie verlangende elementen in de surinaamse samenleving nog springlevend zijn en op basis van onze historie is dat ook niet zo vreemd.
Vier eeuwen corrupte koloniale overheersing poets je niet in enkele decennia onafhankelijkheid weg.
De bekende Surinaamse wetenschapper professor Gloria Wekker heeft in haar recente publicatie opgeroepen om de "Witte Onschuld" nader onder te loupe te nemen, als wij verder willen gaan en gelijkheid en vrijheid zonder racisme willen bevorderen.
De Surinaamse bevolking is veerkrachtig en bereidt zich voor op nog zwaarder economisch weer waarbij de breedste schouders de zwaarste lasten moeten dragen. Surinamers kunnen niet moe worden omdat moe zijn geen optie is, niet voor onze voorouders die elke dag onder dwang hard werkten en niet voor onze hedendaagse vrije gemeenschap die vooruitgang kiest en weet dat de bemanning van het schip pas na de storm kan rusten.
Aan de vooravond van herdenking van de afschaffing van de slavernij is het goed te beseffen dat in onze regio reeds verregaande stappen zijn gezet naar herkolonisatie van de volkeren van Argentie, Brazilie en Venezuela, waar democratisch gekozen regeringen middels door buitenland gefiancierde interventies ten val zijn gebracht. Ook in Suriname is met de komst van het IMF regime alle waakzaamheid geboden om te voorkomen dat het zogenaamde 'ik ben moe' fenomeen gebruikt wordt om onze democratisch gekozen regering ten val te brengen en de met grote moeite verkregen vrijheid weer ondergeschikt te maken aan de in Nederland broedende neo koloniale racistische uitbuiters klasse.
De Marrons , Arawakken en Cariben die verzet leverden waren de echte helden die nooit moe werden en systematisch hebben gestreden tot de onderdrukkers uit Nederland beseften dat er geen kolonie zou overblijven als zij geen gehoor gaven aan de eisen van de verzetsstrijders.
Laten wij niet de fout maken om de echte helden te verwarren met futu boi van in het buitenland zetelende aasgieren die niet moe worden van hun pogingen om de Surinaamse rijkdommen in hun bezit te krijgen en er niet vies van zijn om de 'ik ben moe' activisten voor hun karretje te spannen.
Martha Tjoe Nij
mit2016