Het programma werd gepresenteerd door Alida Neslo die het publiek attendeerde op de herkenning die wij voelen bij het horen van rouwliederen en het onderscheid maakte tussen Bari wan Singi en Singi wan Singi. Neslo inspireerde Marcha Reumel om een 'Dede Oso suite ' te maken, wat resulteerde in een voorstelling die verschillende processen tussen leven en dood muzikaal aan de orde stelt. In een feest van herkenning zongen en speelden Surinaamse close harmony vocalisten, bazuinkoor blazers en een jeugdige ritme sektie een aantal door Reumel geselecteerde klassieke treur-, rouw - en feest liederen . De kwaliteit en professionaliteit van de vocalisten en instrumentalisten was hoog hoewel volgens Reumel nog veel meer uit de groep te halen valt als men langer kan samenwerken. Dankzij oude muzikale rotten in het vak zoals Guno Gemerts, Roy Lieuw On, Marlon Vakkers en Edward Morgenstond ,die menig Dede oso met koraal muziek opluisterden, en jonge toppers zoals tenor Luciano Pregers, skratyi speler Dino Brasdorp , drummer Biko Zeewijk en trompettist Stephan Apianai van het Conservatorium, kreeg het publiek een verrassende selectie van talent voorgeschoteld. Onder hoog tempo werd een goodie bag aan liederen gepresenteerd die uit volle borst werden meegezongen en varieerden van gospel tot jazz naar kawina klassiekers , Gado na wan bun Gado, When the Saints go marching in, Wi de begi Aisa, Mi na wan watra Ingi en nog veel meer werden door het speciaal voor deze gelegenheid bijeengebracht ensemble voortreffelijk vertolkt. De stemmen van sopraan Patricia Pocornie ,bekend van 'Glori fu Kresneti', Dwight Seedorf, bas, Humprhry Koulen ,tenor, Jose Parami bariton ,bekend van de formatie Humphry and friends en tenor Patrick Nieveld klonken als één stem in close harmony op top nivo. De non stop muzikale show duurde ruim een uur en Alida Neslo daagde het publiek tenslotte uit om mee te dansen op het podium . Het publiek in het half gevulde Thalia nam de uitdaging aan en zong en danste mee, luid hoereeeh roepend om Thalia te feliciteren. De Singi Neti voorstelling etaleerde een multiculturele schat aan waardevolle liederen die wij bewust of onbewust herkennen als ons cultureel erfgoed . De artiesten hebben in een strak minimalistiche decor en heldere belichting de kans gehad van de regie om te schitteren. Hun close harmonies werden tot in de puntjes uitgevoerd met Surinaamse koperblazers aan hun zij die ons land op elk international podium waardig kunnen vertegenwoordigen. Terwijl het publiek ben Bari den Singi puru werd op het podium zangkunst van hoogstaand nivo geleverd dat soms tot tranen toe roerde en op andere momenten voor kippevel zorgde omdat de herinnering aan de dood en het afscheid van geliefden op de gezichten de lezen was bij het horen van Odi Kownu. Bij het zien van de dansiman futu van de zangers kwam de herinnering aan de modo futu van de drageman die de doodskist dansend wegdroegen terug. Voorzangeres Pocornie die 'Wi de begi Aisa' bij de start zong kwam aan het eind in een prachtig rood kostuum terug om de kawina klassieker 'Mi na wan Watra Ingi' te zingen. De solisten Stephan Apiani op trompet en drummer Biko Zeewijk van het Conservatorium oogstten gejuich en applaus van het publiek met hun indrukwekkende moderne interpretaties van de oude liederen. De voorstelling verdient uit te groeien tot een breed gedragen requiem van troost en rouw liederen met alle etnische nuances die de Surinaamse cultuur rijk is. Alida Neslo en Marcha Reumel hebben met dit team een gouden troef in handen waarmee op Nationale en Internationale podia gescored zal worden. Het oudste theater van het Caribisch gebied heeft met deze voorstelling weer eens bewezen dat Thalia nog steeds aan oud en jong de kans biedt om te schitteren en dat is zeker een felicitatie waard.
Martha Tjoe Nij
Geen opmerkingen:
Een reactie posten