donderdag 11 mei 2017

SINGI NETI IN THALIA WAS EEN FEEST

 De viering van 180 jaar Thalia werd Zondag 7 Mei een waar feest met Surinaamse artiesten die de Singi Neti  tot een onvergetelijke voorstelling maakten waar wij trots op kunnen zijn. 
Het programma werd gepresenteerd door Alida Neslo die het publiek attendeerde  op de herkenning die wij voelen bij het horen van rouwliederen en het onderscheid maakte  tussen Bari wan Singi en Singi wan Singi. Neslo inspireerde Marcha Reumel om een 'Dede Oso suite ' te maken, wat resulteerde in een voorstelling die verschillende processen tussen leven en dood muzikaal aan de orde stelt. In een feest van herkenning zongen en speelden  Surinaamse  close harmony vocalisten, bazuinkoor blazers en een jeugdige ritme sektie een aantal door Reumel geselecteerde  klassieke treur-,  rouw - en feest liederen . De kwaliteit en professionaliteit van de vocalisten en   instrumentalisten  was hoog  hoewel volgens Reumel nog veel meer uit de  groep te halen valt als men langer kan samenwerken. Dankzij oude muzikale rotten in het vak  zoals Guno Gemerts, Roy Lieuw On, Marlon Vakkers en Edward Morgenstond ,die menig  Dede oso met koraal muziek opluisterden, en  jonge toppers zoals tenor Luciano Pregers, skratyi speler Dino Brasdorp , drummer Biko Zeewijk en trompettist Stephan Apianai van het Conservatorium, kreeg het publiek  een verrassende selectie van talent voorgeschoteld. Onder hoog tempo werd een  goodie bag aan liederen gepresenteerd die uit volle borst werden meegezongen en varieerden van  gospel tot jazz  naar kawina klassiekers , Gado na wan bun Gado, When the Saints go marching in, Wi de begi Aisa, Mi na wan watra Ingi en nog veel meer  werden door het speciaal voor deze gelegenheid  bijeengebracht ensemble voortreffelijk vertolkt.  De stemmen  van sopraan Patricia Pocornie ,bekend van 'Glori fu Kresneti',  Dwight Seedorf, bas, Humprhry Koulen ,tenor, Jose Parami  bariton ,bekend van de formatie Humphry and friends  en tenor Patrick Nieveld klonken als één stem in close harmony op top nivo. De non stop muzikale show duurde ruim een uur en Alida Neslo daagde het publiek tenslotte uit om mee te dansen op het podium . Het publiek in het half gevulde Thalia nam de uitdaging aan en zong en danste mee, luid hoereeeh roepend  om Thalia te feliciteren. De Singi Neti voorstelling etaleerde een multiculturele schat aan waardevolle liederen die wij bewust of onbewust herkennen als ons cultureel erfgoed . De artiesten hebben in een strak minimalistiche decor en heldere belichting de kans gehad van de regie om te schitteren. Hun close harmonies werden tot in de puntjes uitgevoerd  met  Surinaamse  koperblazers aan hun zij  die ons land op elk international podium waardig kunnen vertegenwoordigen. Terwijl het publiek ben Bari den Singi puru werd op het podium zangkunst van hoogstaand nivo geleverd dat soms tot tranen toe roerde en op andere momenten voor kippevel zorgde omdat de herinnering aan de dood en het afscheid van geliefden op de gezichten de lezen was bij het horen van Odi Kownu.  Bij het zien van de dansiman futu van de zangers kwam de herinnering aan de modo futu van de drageman die de doodskist dansend wegdroegen terug. Voorzangeres Pocornie die 'Wi de begi Aisa' bij de start zong kwam aan het eind in een prachtig rood kostuum terug om  de kawina klassieker 'Mi na wan Watra Ingi' te zingen. De solisten Stephan Apiani op trompet en drummer Biko Zeewijk van het Conservatorium oogstten gejuich  en applaus van het publiek met hun indrukwekkende moderne  interpretaties van de oude liederen. De voorstelling verdient uit te groeien tot een breed gedragen requiem van  troost en rouw liederen met alle etnische  nuances die de Surinaamse cultuur rijk is. Alida Neslo en Marcha Reumel hebben met dit team een gouden troef in handen  waarmee op Nationale en Internationale podia gescored zal worden. Het oudste theater van het Caribisch gebied heeft met deze voorstelling weer eens bewezen dat Thalia nog steeds aan oud en jong de kans biedt om te schitteren en dat is zeker een felicitatie waard.

Martha Tjoe Nij 
.

maandag 9 januari 2017

SOEKTSA BOSKOPU REVISITED

This edition of SOEKTSA BOSKOPU  has more information  about the Republic of Suriname and invites the readers to learn more about one of the greenest countries in the world and the smallest on the Latin American continent.

The National Assembley has picked up the debates about Suriname's new anti corruption law and the Governor of the Surinaamse Bank has stepped up his efforts to de-dollarize the Surinamese economy. Several initiatives were taken last year to raise awareness about climate change and the conscious use of water, electricity and other natural resources. 
Our national telecommunications company Telesur has promised it will incorporate green thinking in its operations in the interior rainforest of Suriname.
The stubborn refusal of some members of the opposition to cooperate and join forces in the political arena to help Suriname solve its economic problems, does not stop the ruling Bouterse/Adhin government to implement fundamental restructuring of government  institutions.  
In the field of  education an attempt to get teachers to strike and consequently disrupt the educational proces more or less failed in 2016. In the police forces  and  at the ministry of finance serious re-evaluation of goals and operations  is monitored by government officials and international experts. 
Suriname was not spared its share of trouble in the  economic field with bauxite and oil prices dropping globally. Even efforts to earn from gold ore initially did not supply the foreign currency needed to keep the economy growing but are fortunately starting to yield results. 
In every country where government loans are accompanied by austerity measures,  low income groups and poor suffer. This also goes for Suriname where the rich are getting richer. 
In reality Suriname is a very rich and green country, rich in natural resources with 80% of its territory covered by rainforest. However, the sharing of wealth and distribution of resources is still not organized  on the basis of equal sharing. In a courageous and conscious effort to boost the national morale and inspire next generation Surinamese, the government and private enterprises have spread their wings into the Caribbean and Latin America  where new forms of cooperation and export opportunities are prospected and developed. Suriname is on the right track in 2017 and seems to have overcome the worst  economic and political crises  on its way to growth after gaining independence in 1975. 
Contrary to mostly European based anti propaganda , the promotion of a positive image of Suriname and development of a growing tourism industry are high on the national agenda.
To improve its services and have a clear view of what tourists need and find in Suriname the National Tourism operators have joined forces with the Statistics bureau to systematically  gather and analyze data which are relevant for the Tourism industry.  More and more regional guests are discovering Suriname as a tourist destination and Dutch, German, Belgian tour operators have continued to serve their customers who not only want sun and sea but also culture and rainforest experiences. Suriname is transforming from a Europe oriented nation to a Caribbean Nation with Latin America ties.
 The biggest change however takes place in the field of diversification efforts on all economic levels. Suriname used to be the producer of sugar, coffee and cocoa at the time of slavery and has to modernize its agriculture and trade endeavors to increase production and exports. SOEKTSABOSKOPU is a platform where the reader can learn bit by bit about Suriname and its development.

Martha Tjoe Nij